| De kleine munten van de weduwe |
1 | En toen Hij opkeek, zag Hij de rijken hun gaven in de schatkist werpen, |
| 2 Kon. 12:9 | Toen nam de priester Jojada een kist, boorde een gat in het deksel ervan en zette die naast het altaar, aan de rechterkant als men het huis van de HEERE binnenkomt; en de priesters die de deurwacht hadden, deden daar al het geld in dat in het huis van de HEERE gebracht werd. | | Mark. 12:41 | En toen Jezus was gaan zitten tegenover de schatkist, zag Hij hoe de menigte geld in de schatkist wierp; en veel rijken wierpen er veel in. |
2 | en Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine munten daarin werpen. |
3 | En Hij zei: Werkelijk, Ik zeg u dat deze arme weduwe er meer dan allen in geworpen heeft. |
| 2 Kor. 8:12 | Want als de bereidwilligheid aanwezig is, dan is iemand welgevallig overeenkomstig wat hij heeft, niet overeenkomstig wat hij niet heeft. |
4 | Want die allen hebben van hun overvloed daarin geworpen als offergave aan God, maar zij heeft van haar armoede alles wat ze voor haar levensonderhoud had, daarin geworpen. |
| De verwoesting van Jeruzalem voorzegd |
5 | En toen sommigen over de tempel zeiden dat hij met prachtige stenen en aan God gewijde geschenken versierd was, zei Hij: |
| Matt. 24:1 | En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. | | Mark. 13:1 | En toen Hij uit de tempel ging, zei een van Zijn discipelen tegen Hem: Meester, kijk, wat een stenen en wat een gebouwen! |
6 | Wat betreft deze dingen waarnaar u kijkt: Er zullen dagen komen waarin niet één steen op de andere steen gelaten zal worden die niet afgebroken zal worden. |
| 1 Kon. 9:7 | dan zal Ik Israël uitroeien uit het land dat Ik hun gegeven heb, en zal Ik het huis, dat Ik voor Mijn Naam geheiligd heb, van voor Mijn aangezicht wegwerpen, en zal Israël onder alle volken tot een spreekwoord en een voorwerp van spot worden. | | Micha 3:12 | Daarom zal omwille van u
Sion als een akker omgeploegd worden,
Jeruzalem een puinhoop worden
en de berg van dit huis tot hoogten in het woud. | | Luk. 19:44 | En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend. |
7 | En zij vroegen Hem: Meester, wanneer zal dat dan zijn en wat is het teken dat deze dingen zullen gebeuren? |
8 | En Hij zei: Pas op dat u niet misleid wordt, want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus, en: De tijd is nabijgekomen. Ga hen dan niet achterna. |
| Jer. 29:8 | Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Laten uw profeten die in uw midden zijn, en uw waarzeggers u niet bedriegen. Luister niet naar uw dromers die u laat dromen, | | Matt. 24:4 | En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. | | Efez. 5:6 | Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. | | Kol. 2:18 | Laat u niet de prijs ontzeggen door iemand die behagen schept in nederigheid en engelenverering, intreedt in wat hij niet gezien heeft, zonder reden gewichtig doet door zijn vleselijke denken, | | 2 Thess. 2:2 | dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. | | 1 Joh. 4:1 | Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. |
| Jer. 14:14 | De HEERE zei tegen mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam. Ik heb hen niet gezonden, Ik heb hun geen opdracht gegeven en Ik heb niet tot hen gesproken. Zij profeteren u een leugenvisioen, waarzeggerij, holle praat en bedrog van hun eigen hart. | | Jer. 23:21 | Ik heb die profeten niet gezonden,
toch zijn zij zelf gaan lopen.
Ik heb niet tot hen gesproken,
toch zijn zij zelf gaan profeteren. |
9 | En wanneer u zult horen van oorlogen en allerlei oproer, wees dan niet verschrikt. Want deze dingen moeten eerst geschieden, maar dat betekent niet meteen het einde. |
10 | Toen zei Hij tegen hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; |
| Jes. 19:2 | Dan zal Ik Egyptenaren ophitsen tegen Egyptenaren,
zodat zij zullen strijden, eenieder tegen zijn broeder, en eenieder tegen zijn naaste,
stad tegen stad,
koninkrijk tegen koninkrijk. |
11 | en er zullen grote aardbevingen zijn in verschillende plaatsen, hongersnoden en besmettelijke ziekten. Er zullen ook verschrikkelijke dingen en grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden. |
12 | Maar vóór dit alles zullen ze de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te leveren in de synagogen en gevangenissen, en u zult voor koningen en stadhouders geleid worden omwille van Mijn Naam. |
| Matt. 10:17 | Maar wees op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. | | Matt. 24:9 | Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. | | Mark. 13:9 | Past u op uzelf; want ze zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in de synagogen zult u geslagen worden; en u zult voor stadhouders en koningen geplaatst worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen. | | Joh. 16:2 | Ze zullen u uit de synagoge werpen; ja, de tijd komt dat ieder die u doodt, denkt God een dienst te bewijzen. | | Openb. 2:10 | Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. |
| Hand. 4:3 | En zij sloegen de handen aan hen en zetten hen gevangen tot de volgende dag, want het was al avond. | | Hand. 5:18 | En zij sloegen hun handen aan de apostelen en zetten hen vast in de openbare gevangenis. | | Hand. 12:4 | en toen hij ook die gegrepen had, zette hij hem in de gevangenis en gaf hem over aan vier wachten, elk bestaande uit vier soldaten, om hem te bewaken, omdat hij hem na het Pascha wilde voorleiden aan het volk. | | Hand. 16:24 | En toen hij dat bevel gekregen had, wierp hij hen in de binnenste kerker en zette hij hun voeten vast in het blok. |
| Hand. 25:23 | De volgende dag dan, toen Agrippa en Bernice met veel vertoon gekomen en het rechthuis binnengegaan waren, samen met de oversten en de mannen die de voornaamsten van de stad waren, werd Paulus op bevel van Festus voorgeleid. |
13 | En dit zal u overkomen, opdat u zult getuigen. |
14 | Neem u dan in uw hart voor niet van tevoren te bedenken hoe u zich moet verdedigen. |
| Matt. 10:19 | Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. | | Mark. 13:11 | En wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest. |
15 | Want Ik zal u mond en wijsheid geven die al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerspreken of weerstaan. |
| Ex. 4:12 | Nu dan, ga, Ik zal Zelf met uw mond zijn, en u leren wat u spreken moet. | | Jes. 54:17 | Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten,
en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren.
Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE,
en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. | | Matt. 10:19 | Maar wanneer zij u overleveren, moet u niet bezorgd zijn hoe of wat u spreken moet, want het zal u op dat moment gegeven worden wat u spreken moet. | | Hand. 6:10 | Zij waren echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan. |
16 | En u zult ook door ouders, broers, familieleden en vrienden overgeleverd worden, en zij zullen sommigen van u doden. |
| Micha 7:6 | Want de zoon maakt de vader te schande,
de dochter staat op tegen haar moeder,
de schoondochter tegen haar schoonmoeder:
iemands vijanden zijn zijn eigen huisgenoten. |
| Hand. 7:59 | En zij stenigden Stefanus, terwijl deze Jezus aanriep en zei: Heere Jezus, ontvang mijn geest. | | Hand. 12:2 | En hij doodde Jakobus, de broer van Johannes, met het zwaard. |
17 | En u zult omwille van Mijn Naam door allen gehaat worden. |
| Matt. 10:22 | En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. | | Mark. 13:13 | En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam, maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. |
18 | Maar er zal beslist geen haar van uw hoofd verloren gaan. |
| 1 Sam. 14:45 | Maar het volk zei tegen Saul: Zou Jonathan moeten sterven, die deze grote verlossing in Israël bewerkt heeft? Geen sprake van! Zo waar de HEERE leeft, er zal geen haar van zijn hoofd op de aarde vallen! Want hij heeft dit vandaag met Gods hulp gedaan. Zo verloste het volk Jonathan, zodat hij niet hoefde te sterven. | | 2 Sam. 14:11 | Zij zei: Laat de koning toch denken aan de HEERE, uw God, zodat de bloedwrekers niet nog meer verderf zullen aanrichten en mijn zoon uit de weg ruimen. Toen zei hij: Zo waar de HEERE leeft, ik zweer dat er niet één van de haren van uw zoon op de aarde zal vallen! | | 1 Kon. 1:52 | Salomo zei: Als hij zich een betrouwbaar man betoont, zal hem geen haar gekrenkt worden, maar als er kwaad in hem aangetroffen wordt, zal hij sterven. | | Matt. 10:30 | En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. |
19 | Door uw volharding zult u uw leven verkrijgen. |
20 | Wanneer u zult zien dat Jeruzalem door legers omringd wordt, weet dan dat zijn verwoesting nabij is. |
| Dan. 9:27 | Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste. | | Matt. 24:15 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – | | Mark. 13:14 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. |
21 | Laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen en wie in het midden van Jeruzalem zijn, daaruit wegtrekken en wie op de velden zijn, er niet in gaan. |
22 | Want dit zijn dagen van wraak, opdat al wat geschreven staat, vervuld wordt. |
| Dan. 9:26 | Na de tweeënzestig weken
zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is. | | Dan. 9:27 | Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste. | | Matt. 24:15 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – | | Mark. 13:14 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. |
23 | Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land en toorn over dit volk. |
24 | En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn. |
| Rom. 11:25 | Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. |
25 | En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. |
| Jes. 13:10 | Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden
zullen hun licht niet laten schijnen,
de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt,
en de maan zal haar licht niet laten schijnen. | | Ezech. 32:7 | Ik zal de hemel bedekken wanneer Ik u uitblus,
zijn sterren zal Ik in het zwart hullen.
Ik zal de zon met wolken bedekken,
en de maan zal zijn licht niet laten schijnen. | | Joël 2:31 | De zon zal veranderd worden in duisternis
en de maan in bloed,
voor die dag van de HEERE komt,
die grote en ontzagwekkende. | | Joël 3:15 | Zon en maan worden in het zwart gehuld
en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. | | Matt. 24:29 | En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. | | Mark. 13:24 | Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven. | | Openb. 6:12 | En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, |
26 | En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. |
27 | En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. |
| Dan. 7:10 | Een rivier van vuur stroomde
en ging voor Zijn aangezicht uit.
Duizendmaal duizenden dienden Hem
en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht.
Het gerechtshof hield zitting
en de boeken werden geopend. | | Matt. 16:27 | Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. | | Matt. 24:30 | En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. | | Matt. 25:31 | Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. | | Matt. 26:64 | Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechter hand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. | | Mark. 13:26 | En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. | | Mark. 14:62 | En Jezus zei: Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechter hand van de kracht van God en zien komen met de wolken van de hemel. | | Hand. 1:11 | die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. | | 2 Thess. 1:10 | wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof). | | Openb. 1:7 | Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. |
28 | Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is. |
| Rom. 8:23 | En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam. |
29 | En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. |
| Matt. 24:32 | Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. | | Mark. 13:28 | En leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. |
30 | Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is. |
31 | Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien geschieden, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is. |
32 | Voorwaar, Ik zeg u dat dit geslacht zeker niet voorbij zal gaan, totdat alles geschied is. |
33 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan. |
| Ps. 102:27 | Die zullen vergaan, maar Ú zult standhouden;
zij alle zullen verslijten als een kleed.
U zult ze verwisselen als een gewaad
en zij zullen verdwijnen. | | Jes. 51:6 | Sla uw ogen op naar de hemel
en aanschouw de aarde beneden,
want de hemel zal verdwijnen als rook,
de aarde zal verslijten als een kleed,
evenzo zullen haar bewoners sterven.
Maar Mijn heil zal voor eeuwig bestaan,
Mijn gerechtigheid zal niet verbroken worden. | | Matt. 24:35 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. | | Hebr. 1:11 | Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, |
34 | Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt. |
| Rom. 13:13 | Laten wij, als op klaarlichte dag, op een gepaste wijze wandelen, niet in zwelgpartijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en losbandigheden, niet in ruzie en afgunst. | | 1 Thess. 5:6 | Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. | | 1 Petr. 4:7 | En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. |
35 | Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen. |
| 1 Thess. 5:2 | Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. | | 2 Petr. 3:10 | Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. | | Openb. 3:3 | Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen. | | Openb. 16:15 | Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. |
36 | Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen. |
| Matt. 24:42 | Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. | | Matt. 25:13 | Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal. | | Mark. 13:33 | Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. | | Luk. 12:40 | U dan, wees ook bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. | | 1 Thess. 5:6 | Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. |
| Jezus' laatste dagen in Jeruzalem |
37 | Overdag nu gaf Hij onderwijs in de tempel, maar 's nachts ging Hij de stad uit en overnachtte op de berg die de Olijfberg heet. |
| Joh. 8:2 | En 's morgens vroeg kwam Hij opnieuw in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe; en Hij ging zitten en onderwees hen. |
38 | En al het volk kwam 's morgens vroeg naar Hem toe in de tempel om Hem te horen. | | |
|