| De tekenen van het einde van de wereld |
1 | En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. |
| Mark. 13:1 | En toen Hij uit de tempel ging, zei een van Zijn discipelen tegen Hem: Meester, kijk, wat een stenen en wat een gebouwen! | | Luk. 21:5 | En toen sommigen over de tempel zeiden dat hij met prachtige stenen en aan God gewijde geschenken versierd was, zei Hij: |
2 | Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden. |
| 1 Kon. 9:7 | dan zal Ik Israël uitroeien uit het land dat Ik hun gegeven heb, en zal Ik het huis, dat Ik voor Mijn Naam geheiligd heb, van voor Mijn aangezicht wegwerpen, en zal Israël onder alle volken tot een spreekwoord en een voorwerp van spot worden. | | 1 Kon. 9:8 | En dit huis zal een ruïne worden. Ieder die er voorbijgaat, zal zich ontzetten, sissen van afschuw en zeggen: Waarom heeft de HEERE zo gedaan met dit land en met dit huis? | | Micha 3:12 | Daarom zal omwille van u
Sion als een akker omgeploegd worden,
Jeruzalem een puinhoop worden
en de berg van dit huis tot hoogten in het woud. | | Luk. 19:44 | En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend. |
3 | Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld? |
| Mark. 13:1 | En toen Hij uit de tempel ging, zei een van Zijn discipelen tegen Hem: Meester, kijk, wat een stenen en wat een gebouwen! | | Mark. 13:3 | En toen Hij op de Olijfberg zat, tegenover de tempel, vroegen Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas Hem toen zij alleen waren: | | Luk. 21:7 | En zij vroegen Hem: Meester, wanneer zal dat dan zijn en wat is het teken dat deze dingen zullen gebeuren? |
| Hand. 1:6 | Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? |
4 | En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. |
| Jer. 29:8 | Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Laten uw profeten die in uw midden zijn, en uw waarzeggers u niet bedriegen. Luister niet naar uw dromers die u laat dromen, | | Efez. 5:6 | Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. | | Kol. 2:18 | Laat u niet de prijs ontzeggen door iemand die behagen schept in nederigheid en engelenverering, intreedt in wat hij niet gezien heeft, zonder reden gewichtig doet door zijn vleselijke denken, | | 2 Thess. 2:3 | Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, | | 1 Joh. 4:1 | Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. |
5 | Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden. |
| Jer. 14:14 | De HEERE zei tegen mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam. Ik heb hen niet gezonden, Ik heb hun geen opdracht gegeven en Ik heb niet tot hen gesproken. Zij profeteren u een leugenvisioen, waarzeggerij, holle praat en bedrog van hun eigen hart. | | Jer. 23:25 | Ik heb gehoord wat de profeten zeggen die in Mijn Naam leugen profeteren door te zeggen: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd! | | Joh. 5:43 | Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen. |
6 | U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde. |
7 | Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen. |
| Jes. 19:2 | Dan zal Ik Egyptenaren ophitsen tegen Egyptenaren,
zodat zij zullen strijden, eenieder tegen zijn broeder, en eenieder tegen zijn naaste,
stad tegen stad,
koninkrijk tegen koninkrijk. |
8 | Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën. |
9 | Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. |
| Matt. 10:17 | Maar wees op uw hoede voor de mensen, want zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen. | | Luk. 21:11 | en er zullen grote aardbevingen zijn in verschillende plaatsen, hongersnoden en besmettelijke ziekten. Er zullen ook verschrikkelijke dingen en grote tekenen vanuit de hemel plaatsvinden. | | Luk. 21:12 | Maar vóór dit alles zullen ze de handen aan u slaan en u vervolgen, door u over te leveren in de synagogen en gevangenissen, en u zult voor koningen en stadhouders geleid worden omwille van Mijn Naam. | | Joh. 15:20 | Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen. | | Joh. 16:2 | Ze zullen u uit de synagoge werpen; ja, de tijd komt dat ieder die u doodt, denkt God een dienst te bewijzen. | | Openb. 2:10 | Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. |
10 | En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten. |
11 | En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden. |
| 2 Petr. 2:1 | Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf. |
12 | En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. |
| 2 Tim. 3:1 | En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. |
13 | Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. |
| Matt. 10:22 | En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. | | Mark. 13:13 | En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam, maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. | | Luk. 21:19 | Door uw volharding zult u uw leven verkrijgen. | | Openb. 2:7 | Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat. | | Openb. 2:10 | Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven. | | Openb. 3:10 | Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken. |
14 | En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen. |
15 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – |
| Mark. 13:14 | Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover door de profeet Daniël gesproken is, zult zien staan waar het niet behoort – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. | | Luk. 21:20 | Wanneer u zult zien dat Jeruzalem door legers omringd wordt, weet dan dat zijn verwoesting nabij is. |
| Dan. 9:27 | Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste. |
16 | laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. |
17 | Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, |
18 | en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen. |
19 | Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! |
20 | En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat. |
| Hand. 1:12 | Toen keerden zij terug naar Jeruzalem, van de berg die de Olijf berg genoemd wordt, die vlak bij Jeruzalem is en daar een sabbatsreis vandaan ligt. |
21 | Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. |
| Dan. 12:1 | In die tijd zal Michaël opstaan,
de grote vorst,
hij die uw volksgenoten bijstaat.
Het zal een benauwde tijd zijn,
zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest
tot op die tijd.
In die tijd zal uw volk ontkomen:
ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. |
22 | En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden. |
| De wederkomst van Christus |
23 | Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet; |
| Mark. 13:21 | En als dan iemand tegen u zal zeggen: Zie, hier is de Christus; of zie, Hij is daar; geloof het niet. | | Luk. 21:8 | En Hij zei: Pas op dat u niet misleid wordt, want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus, en: De tijd is nabijgekomen. Ga hen dan niet achterna. |
24 | want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zó dat zij – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen zouden misleiden. |
| Deut. 13:1 | Als in uw midden een profeet opstaat of iemand die dromen heeft, en u een teken of wonder geeft, | | 2 Thess. 2:11 | En daarom zal God hun een krachtige dwaling zenden, zodat zij de leugen geloven, |
25 | Zie, Ik heb het u van tevoren gezegd! |
26 | Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet, |
| Luk. 17:23 | En zij zullen tegen u zeggen: Ziehier of ziedaar is Hij. Ga er niet heen en ga er niet achteraan. |
27 | want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. |
28 | Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. |
| Job 39:33 | Zijn jongen slurpen bloed;
en waar dodelijk gewonden liggen, daar is hij. | | Luk. 17:37 | En zij antwoordden en zeiden tegen Hem: Waar, Heere? En Hij zei tegen hen: Waar het lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. |
29 | En meteen na de verdrukking van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden. |
| Jes. 13:10 | Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden
zullen hun licht niet laten schijnen,
de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt,
en de maan zal haar licht niet laten schijnen. | | Ezech. 32:7 | Ik zal de hemel bedekken wanneer Ik u uitblus,
zijn sterren zal Ik in het zwart hullen.
Ik zal de zon met wolken bedekken,
en de maan zal zijn licht niet laten schijnen. | | Joël 2:31 | De zon zal veranderd worden in duisternis
en de maan in bloed,
voor die dag van de HEERE komt,
die grote en ontzagwekkende. | | Joël 3:15 | Zon en maan worden in het zwart gehuld
en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. | | Mark. 13:24 | Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal zijn schijnsel niet geven. | | Luk. 21:25 | En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven. |
30 | En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. |
| Dan. 7:10 | Een rivier van vuur stroomde
en ging voor Zijn aangezicht uit.
Duizendmaal duizenden dienden Hem
en tienduizendmaal tienduizenden stonden voor Zijn aangezicht.
Het gerechtshof hield zitting
en de boeken werden geopend. | | Matt. 16:27 | Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden. | | Matt. 25:31 | Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. | | Matt. 26:64 | Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechter hand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. | | Mark. 13:26 | En dan zullen ze de Zoon des mensen zien komen in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. | | Mark. 14:62 | En Jezus zei: Ik ben het. En u zult de Zoon des mensen zien zitten aan de rechter hand van de kracht van God en zien komen met de wolken van de hemel. | | Luk. 21:27 | En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. | | Hand. 1:11 | die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. | | 2 Thess. 1:10 | wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (want bij u vond ons getuigenis geloof). | | Openb. 1:7 | Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. |
| Openb. 1:7 | Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. |
31 | En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan. |
| 1 Kor. 15:52 | in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. | | 1 Thess. 4:16 | Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. |
| De uitspruitende vijgenboom |
32 | Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. |
| Mark. 13:28 | En leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. | | Luk. 21:29 | En Hij sprak tot hen een gelijkenis: Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. |
33 | Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur. |
34 | Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn. |
35 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. |
| Ps. 102:27 | Die zullen vergaan, maar Ú zult standhouden;
zij alle zullen verslijten als een kleed.
U zult ze verwisselen als een gewaad
en zij zullen verdwijnen. | | Jes. 51:6 | Sla uw ogen op naar de hemel
en aanschouw de aarde beneden,
want de hemel zal verdwijnen als rook,
de aarde zal verslijten als een kleed,
evenzo zullen haar bewoners sterven.
Maar Mijn heil zal voor eeuwig bestaan,
Mijn gerechtigheid zal niet verbroken worden. | | Mark. 13:31 | De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. | | Hebr. 1:11 | Die zullen vergaan, maar U blijft altijd. En ze zullen alle verslijten als een gewaad, |
| Aansporing tot waakzaamheid |
36 | Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader. |
| Mark. 13:32 | Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader. | | Hand. 1:7 | En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, |
37 | Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. |
| Gen. 6:2 | dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. | | Luk. 17:26 | En zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen. | | 1 Petr. 3:20 | namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen. | | 2 Petr. 2:5 | en als God de oude wereld niet gespaard heeft, maar het achttal van Noach, de prediker van de gerechtigheid, bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld van de goddelozen bracht; |
38 | Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, |
| Gen. 7:7 | Toen ging Noach met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen met hem in de ark, vanwege het water van de vloed. |
39 | en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. |
40 | Dan zullen er twee op de akker zijn; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. |
| Luk. 17:34 | Ik zeg u: In die nacht zullen er twee op één bed zijn. De één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. | | 1 Thess. 4:17 | Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. |
41 | Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de één zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden. |
42 | Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. |
| Matt. 25:13 | Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal. | | Mark. 13:33 | Let op: waak en bid, want u weet niet wanneer het de tijd is. | | Luk. 12:40 | U dan, wees ook bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. | | Luk. 21:36 | Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen. |
43 | Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. |
| Luk. 12:39 | Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had op welk moment de dief komen zou, hij gewaakt zou hebben, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. | | 1 Thess. 5:2 | Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Heere komt als een dief in de nacht. | | 2 Petr. 3:10 | Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. | | Openb. 3:3 | Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen. | | Openb. 16:15 | Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. |
44 | Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. |
45 | Wie is dan de trouwe en verstandige dienaar, die zijn heer over zijn personeel aangesteld heeft om hun het voedsel op de juiste tijd te geven? |
| Matt. 25:21 | Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. | | Luk. 12:42 | En de Heere zei: Wie is dan de trouwe en verstandige rentmeester, die de heer over zijn huisbedienden zal aanstellen om aan hen op de juiste tijd het voedsel te geven dat hun toekomt? |
46 | Zalig die dienaar die door zijn heer bij zijn komst zo handelend aangetroffen zal worden. |
47 | Voorwaar, Ik zeg u dat hij hem over al zijn bezittingen zal aanstellen. |
48 | Maar als die slechte dienaar in zijn hart zou zeggen: Mijn heer blijft nog lang weg, |
49 | en zou beginnen zijn mededienaren te slaan en te eten en te drinken met de dronkaards, |
50 | dan zal de heer van deze dienaar komen op een dag waarop hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet weet; |
51 | en hij zal hem in stukken houwen en hem doen delen in het lot van de huichelaars; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. | | |
| Matt. 8:12 | en de kinderen van het Koninkrijk zullen buitengeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. | | Matt. 13:42 | en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. | | Matt. 22:13 | Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. | | Matt. 25:30 | En werp de onnutte dienaar uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. | | Luk. 13:28 | Daar zal gejammer zijn en tandengeknars, wanneer u Abraham, Izak en Jakob en alle profeten in het Koninkrijk van God zult zien, maar u buitengeworpen. |
|