Laatste vermaningen
1Dit is de derde keer dat ik naar u toe kom. Num. 35:30; Deut. 17:6; 19:15; Matt. 18:16; Joh. 8:17; Hebr. 10:28In de mond van twee of drie getuigen zal elke zaak vaststaan.
2Ik heb het al eerder gezegd, en ik zeg het nu vooraf, net als toen ik voor de tweede keer bij u was, en ik schrijf het nu, terwijl ik afwezig ben, aan hen die vroeger gezondigd hebben, en aan al de anderen: ik zal hen, als ik opnieuw kom, niet sparen.
3U zoekt immers een bewijs dat Christus in mij spreekt, Die ten opzichte van u niet zwak is, maar Die krachtig is onder u.
4Want hoewel Hij gekruisigd is door zwakheid, leeft Hij toch door de kracht van God. Ook wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen ten opzichte van u leven met Hem, door de kracht van God.
51 Kor. 11:28Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u niet van uzelf dat Jezus Christus in u is? Of het moet zijn dat u op enigerlei wijze verwerpelijk bent.
6Ik hoop echter dat u zult inzien dat wij niet verwerpelijk zijn.
7En ik bid tot God dat u geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd blijken te zijn, maar opdat u het goede doet, ook al lijken wij dan verwerpelijk.
8Want wij kunnen niets doen tegen de waarheid, maar wel voor de waarheid.
9Want wij verblijden ons wanneer wij zwak zijn en u sterk bent. En wij bidden ook hierom, namelijk om uw volledig herstel.
10Daarom schrijf ik u dit terwijl ik afwezig ben, opdat ik, wanneer ik aanwezig ben, niet streng hoef op te treden, overeenkomstig de volmacht 2 Kor. 10:8die de Heere mij gegeven heeft tot opbouw en niet tot afbraak.
Groet en zegenbede
11Ten slotte, broeders, verblijd u, laat u terechtbrengen, laat u aansporen, Rom. 12:16; 15:5; 1 Kor. 1:10; Filipp. 2:2; 1 Petr. 3:8wees eensgezind, Rom. 12:18; Hebr. 12:14leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn.
12Rom. 16:16; 1 Kor. 16:20; 1 Thess. 5:26; 1 Petr. 5:14Groet elkaar met een heilige kus. Al de heiligen groeten u.
13De genade van de Heere Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Amen.
13
Laatste vermaningen
1Dit is de derde maal, dat ik tot u kom; Num. 35:30. Deut. 17:6. 19:5. Matt. 18:16. Joh. 8:17. Hebr. 10:28.in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan.
2Ik heb het te voren gezegd, en zeg het te voren als tegenwoordig zijnde de tweede maal, en ik schrijf het nu afwezende aan degenen, die te voren gezondigd hebben, en aan al de anderen, dat, zo ik wederom kom, ik hen niet zal sparen;
3Dewijl gij zoekt een proeve van Christus, Die in mij spreekt, Welke in u niet zwak is, maar krachtig is onder u.
4Want hoewel Hij gekruist is door zwakheid, zo leeft Hij nochtans door de kracht Gods. Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods in u.
51 Kor. 11:28.Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.
6Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.
7En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden zijn.
8Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid.
9Want wij verblijden ons, wanneer wij zwak zijn, en gij sterk zijt. En wij wensen ook dit, namelijk uw volmaking.
10Daarom schrijf ik, afwezende, deze dingen, opdat ik niet, tegenwoordig zijnde, strengheid zou gebruiken, naar de macht, 2 Kor. 10:8.die mij de Heere gegeven heeft tot opbouwing, en niet tot nederwerping.
11Voorts, broeders, zijt blijde, wordt volmaakt, zijt getroost, Rom. 12:16. 15:5. 1 Kor. 1:10. Filipp. 2:2. 1 Petr. 3:8.zijt eensgezind, Rom. 12:18. Hebr. 12:14.leeft in vrede; en de God der liefde en des vredes zal met u zijn.
Groet en zegenbede
12Rom. 16:16. 1 Kor. 16:20. 1 Thess. 5:26. 1 Petr. 5:14.Groet elkander met een heiligen kus. U groeten al de heiligen.
13De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.