Opschrift
1De woorden van Amos, die behoorde tot de veehouders uit Tekoa, die hij gezien heeft over Israël in de dagen van Uzzia, de koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël, twee jaar Zach. 14:5voor de aardbeving.
Profetie over Syrië, Filistea, Fenicië, Edom en Ammon
2Hij zei:
De HEERE zal vanaf Sion Jer. 25:30; Joël 3:16brullen als een leeuw,
vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken
zodat de weiden van de herders treuren,
en de top van de Karmel verdort.
3Zo zegt de HEERE:
Vanwege drie overtredingen van Damascus,
ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen,
omdat zij met ijzeren dorssleden
Gilead gedorst hebben.
4Daarom zal Ik vuur werpen in het huis van Hazaël;
dat zal de paleizen van Benhadad verteren.
5Ik zal de grendel van Damascus Jes. 17:1 enz.; Jer. 49:23 enz.in stukken breken,
Ik zal de inwoner uitroeien uit Bikeat-Aven,
en de scepterdrager uit Beth-Eden,
en het volk van Syrië zal in ballingschap gaan naar 2 Kon. 16:9Kir,
zegt de HEERE.
6Zo zegt de HEERE:
Vanwege drie overtredingen van 2 Kron. 21:16,17; 28:18Gaza,
ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen,
omdat zij Mijn volk volkomen in ballingschap gevoerd hebben
om hen uit te leveren aan Edom.
7Daarom zal Ik vuur werpen binnen de muren van Gaza;
dat zal zijn paleizen verteren.
8Ik zal de inwoner uitroeien uit Asdod,
en de scepterdrager uit Askelon.
Ik zal Mij1:8 Mij - Letterlijk: Mijn hand. tegen Ekron keren,
zodat de rest van de Filistijnen zal omkomen,
zegt de Heere HEERE.
9Zo zegt de HEERE:
Vanwege drie overtredingen van Tyrus,
ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen,
omdat zij Mijn volk volledig als ballingen hebben uitgeleverd aan Edom,
en zij niet aan het verbond met hun broeders gedacht hebben.
10Daarom zal ik vuur werpen binnen de muren van Tyrus;
dat zal zijn paleizen verteren.
11Zo zegt de HEERE:
Vanwege drie overtredingen van Edom,
ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen,
omdat hij zijn broeder met het zwaard achtervolgd heeft
en zijn barmhartigheid tenietgedaan,
omdat zijn toorn altijd weer verscheurde
en hij zijn verbolgenheid voor altijd koesterde.
12Daarom zal Ik vuur werpen in Teman;
dat zal de paleizen van Bozra verteren.
13Zo zegt de HEERE:
Vanwege drie overtredingen van de Ammonieten,
ja, vanwege vier, zal Ik er niet op terugkomen,
omdat zij de zwangere vrouwen van Gilead opengereten hebben
om zo hun gebied te verruimen.
14Daarom zal Ik een vuur aansteken binnen de muren van Rabba;
dat zal zijn paleizen verteren,
met gejuich op de dag van de strijd,
met storm op de dag van de wervelwind.
15Hun koning zal in ballingschap gaan,
hij en zijn vorsten tezamen,
zegt de HEERE.
1
Bedreiging tegen verschillende volken
1De woorden van Amos, die onder de veeherderen was van Thekóa, dewelke hij gezien heeft over Israël, in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jeróbeam, zoon van Joas, koning van Israël; twee jaren voor Zach. 14:5.de aardbeving.
2En hij zeide: De HEERE zal Jer. 25:30. Joël 3:16.brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem; en de woningen der herderen zullen treuren, en de hoogte van Karmel zal verdorren.
3Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben gedorst.
4Daarom zal Ik een vuur in het huis van Házaël zenden, dat zal de paleizen van Benhadad verteren.
5En Ik zal den grendel van Damaskus Jer. 17:1 enz. 49:23 enz.verbreken, en zal uitroeien den inwoner van Bíkeat-Aven, en dien, die den scepter houdt, uit Beth-Eden; en het volk van Syrië zal gevankelijk weggevoerd worden naar 2 Kon. 16:9.Kir, zegt de HEERE.
6Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van 2 Kron. 21:16, 17. 28:18.Gaza, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn volk gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen wegvoering, om aan Edom over te leveren.
7Daarom zal Ik een vuur zenden in den muur van Gaza, dat zal haar paleizen verteren.
8En Ik zal den inwoner uitroeien uit Asdod, en dien, die den scepter houdt, uit Askelon; en Ik zal Mijn hand wenden tegen Ekron, en het overblijfsel der Filistijnen zal vergaan, zegt de Heere HEERE.
9Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Tyrus, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij Mijn volk met een volkomen wegvoering hebben overgeleverd aan Edom, en niet gedacht aan het verbond der broederen.
10Daarom zal Ik een vuur zenden in den muur van Tyrus, dat zal haar paleizen verteren.
11Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen van Edom, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat hij zijn broederen met het zwaard heeft vervolgd, en zijn barmhartigheden verdorven; en dat zijn toorn eeuwiglijk verscheurt, en hij zijn verbolgenheid altoos behoudt.
12Daarom zal Ik een vuur zenden in Theman, dat zal de paleizen van Bozra verteren.
13Alzo zegt de HEERE: Om drie overtredingen der kinderen Ammons, en om vier zal Ik dat niet afwenden; omdat zij de zwangere vrouwen van Gilead hebben opengesneden, om hun landpale te verwijden.
14Daarom zal Ik een vuur aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds.
15En hunlieder koning zal gaan in gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, zegt de HEERE.