De Liturgie 1
De Liturgie

HSV

CHRISTELIJKE GEBEDEN

die in de vergadering der gelovigen en elders gebruikt worden

Gebed des zondags vóór de predikatie

O eeuwige God en allergenadigste Vader, wij verootmoedigen ons uit den grond des harten voor Uw hoge Majesteit, tegen Welke wij zo menigmaal en gruwelijk gezondigd hebben, en bekennen, dat, zo Gij met ons wilt in het gericht gaan, wij niet anders dan den eeuwigen dood verdiend hebben. Want behalve dat wij allen door de erfzonde voor U onrein en kinderen des toorns zijn, ontvangen uit zondig zaad, en in ongerechtigheid geboren, waardoor allerhande boze lusten, tegen U en onzen naaste strijdende, in ons wonen, zo hebben wij nog bovendien met de daad Uw geboden menigmaal en zonder einde overtreden, nalatende wat Gij ons geboden hadt, en doende wat ons klaarlijk verboden was. Wij hebben allen als schapen gedwaald, en hebben grotelijks tegen U gezondigd, hetwelk wij bekennen, en het is ons van harte leed; ja wij belijden tot onze vernedering, en tot prijs Uwer ontferming jegens ons, dat onze zonden het getal der haren onzes hoofds te boven gaan, en dat wij tienduizend talenten schuldig zijn, waartegen wij niets hebben om te betalen; waarom wij ook niet waardig zijn Uw kinderen genoemd te wezen, noch onze ogen op te slaan ten hemel, om onze gebeden voor U uit te spreken. Nochtans, o Heere God en barmhartige Vader, wetende, dat Gij den dood des zondaars niet begeert, maar dat hij zich bekere en leve, en dat Uw barmhartigheid oneindig is, die Gij bewijst aan degenen, die zich tot U bekeren; zo roepen wij U van harte aan, in het vertrouwen op onzen Middelaar Jezus Christus, Die het Lam Gods is, Dat de zonde der wereld wegneemt, en bidden U, dat Gij wilt medelijden hebben met onze zwakheid, ons om Christus’ wil al onze zonden vergevende. Was ons in de zuivere fontein Zijns bloeds, opdat wij rein en sneeuwwit worden. Dek onze naaktheid met Zijn onschuld en gerechtigheid, om de eer Uws Naams. Reinig ons verstand van alle blindheid, en onze harten van allen moedwil en hardnekkigheid. Open thans den mond Uws dienaars, en vervul dien met Uw wijsheid en kennis, opdat hij Uw Woord zuiver en vrijmoedig verkondige. Bereid ook ons aller harten, opdat wij datzelve horen, verstaan en bewaren mogen. Schrijf Uw wetten (naar Uw belofte) in de tafelen onzer harten, en geef ons lust en kracht daarin te wandelen, tot prijs en eer Uws Naams en tot stichting Uwer gemeente.

Dit alles, o genadige Vader, bidden en begeren wij in den Naam van Jezus Christus, Die ons alzo heeft leren bidden:

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Een gebed voor allen nood der christenheid des zondags na de predikatie

Almachtige, barmhartige God, wij bekennen bij onszelf, en belijden voor U, gelijk de waarheid is, dat wij niet waardig zijn onze ogen op te slaan ten hemel, en ons gebed voor U te brengen, indien Gij aanzien wilt onze verdiensten en waardigheid; want onze consciëntiën beschuldigen ons, en onze zonden geven getuigenis tegen ons. Wij weten ook, dat Gij een rechtvaardig Rechter zijt, straffende de zonden dergenen, die Uw geboden overtreden.

Maar, o Heere, naardien Gij ons bevolen hebt, U in allen nood aan te roepen, en uit Uw onuitsprekelijke barmhartigheid beloofd hebt, onze gebeden te verhoren, niet vanwege onze verdiensten, die geen zijn, maar om de verdiensten van onzen Heere Jezus Christus, Welken Gij ons tot een Middelaar en Voorspreker voorgesteld hebt; zo verzaken wij alle andere hulp, en hebben onze toevlucht alleen tot Uw barmhartigheid.

Eerstelijk, o Heere, benevens de ontelbare weldaden, die Gij in het gemeen aan alle mensen op aarde bewijst, hebt Gij ons inzonderheid zoveel genade bewezen, dat het ons onmogelijk is, die te bedenken of uit te spreken, namelijk, dat Gij ons verlost hebt uit den jammerlijken dienst des duivels en alle afgoderij, waarin wij gevangen lagen, en ons hebt gevoerd tot het licht Uwer waarheid, en tot de kennis van Uw Heilig Evangelie. Daarentegen hebben wij door onze ondankbaarheid Uw weldaden vergeten; wij zijn van U afgeweken, en hebben onze eigen begeerlijkheden gevolgd, U niet erende, gelijk wij schuldig waren. Dies hebben wij gruwelijk gezondigd, o Heere, en U grotelijks vertoornd, zodat wij, zo Gij met ons wildet handelen, naar dat wij verdiend hebben, niet anders zouden hebben te verwachten, dan den eeuwigen dood en de verdoemenis. Ja, wij merken ook, o Heere, aan die kastijdingen, die Gij ons dagelijks toeschikt, dat Gij U terecht over ons vertoornt. Want aangezien Gij rechtvaardig zijt, zo straft Gij niemand zonder oorzaak; en wij zien ook nog Uw hand opgeheven, om ons nog meer te straffen. Maar al ware het, dat Gij ons nog veel harder straftet, dan Gij tot nog toe gedaan hebt, ja al vielen al de plagen over ons, waarmede Gij de zonden van Uw volk Israël bezocht hebt, zo zouden wij nochtans moeten erkennen, dat Gij ons geen onrecht doen zoudt.

Maar, o Heere, Gij zijt onze God, en wij zijn maar aarde en stof; Gij zijt onze Schepper, en wij zijn het werk Uwer handen; Gij zijt onze Herder, en wij zijn Uw schapen; Gij zijt onze Verlosser, en wij zijn degenen, die Gij verlost hebt; Gij zijt onze Vader en wij zijn Uw kinderen en erfgenamen. Daarom, straf ons toch niet in Uw toorn, maar kastijd ons genadiglijk. En onderhoud veel meer het werk, dat Gij in ons door Uw barmhartigheid begonnen hebt, opdat de ganse wereld wete en bekenne, dat Gij onze God en Zaligmaker zijt. Uw volk Israël heeft U zo menigmaal vertoornd, en Gij hebt hen terecht gestraft; maar zo dikwijls zij zich weder tot U bekeerden, hebt Gij hen altijd in genade aangenomen. En hoe zwaar ook hun zonden en misdaden waren, zo hebt Gij nochtans die plagen, welke hun toebereid waren, afgewend vanwege het verbond, hetwelk Gij gemaakt hebt met Uw dienaren, Abraham, Izak en Jakob, en hebt alzo het gebed Uws volks nooit van U verstoten. Nu hebben wij door Uw genade even datzelfde verbond, hetwelk Gij in de hand van Jezus Christus, onzen Middelaar, tussen U en alle gelovigen hebt opgericht; ja het is nu zoveel heerlijker en krachtiger, nadat Christus, met Zijn heilig lijden en sterven, en Zijn ingang in Zijn heerlijkheid het bevestigd en vervuld heeft. Daarom, o Heere, verzakende ons zelf, en alle menselijke hulp, nemen wij onze toevlucht alleen tot het zalige genadeverbond, door hetwelk onze Heere Jezus Christus (tot een volkomen offerande Zijns lichaams éénmaal aan het kruis voor ons overgevende) ons met U in eeuwigheid verzoend heeft. Daarom, o Heere, zie aan het aanschijn Uws Gezalfden, en niet onze zonden, opdat Uw toorn door Zijn voorbidden gestild worde, en dat Uw aanschijn over ons lichte tot onze vreugde en zaligheid.

Wil ons ook voortaan in Uw heilig geleide en Uw bescherming aannemen, en ons regeren met Uw Heiligen Geest, die dagelijks meer en meer ons vlees met al zijn wellusten dodende, ons vernieuwe tot een beter leven, en in ons voortbrenge, waarachtige vruchten des geloofs, waardoor Uw Naam in eeuwigheid geloofd en geprezen worde, en wij met vurige begeerte alle vergankelijke dingen verachtende, alleen de hemelse mogen bedenken.

En overmits het U behaagt, dat men bidde voor alle mensen, zo bidden wij U, dat Gij Uw zegen strekken wilt over de leer van Uw heilig Evangelie, opdat het overal verkondigd en aangenomen worde; opdat de ganse wereld vervuld worde met Uw zaligmakende kennis, opdat de onwetende bekeerd, de zwakke gesterkt worde, en een iegelijk Uw heiligen Naam, niet alleen met woorden, maar ook met de daad grootmake en heilige.

Wil tot dat einde getrouwe dienaars in Uw oogst zenden, en die alzo begaven, dat zij hun dienst getrouw mogen bedienen. Daarentegen wil uitroeien alle valse leraars, grijpende wolven en huurlingen, die hun eigen eer en nuttigheid zoeken, niet de eer Uws heiligen Naams alleen, noch der arme mensen welvaart en zaligheid.

Wil ook al Uw Christelijke gemeenten, die Gij overal geroepen hebt, genadiglijk bewaren en regeren, in enigheid des waren geloofs en godzaligheid des levens, opdat Uw Rijk dagelijks toeneme, en des satans rijk te schande worde, totdat Uw Rijk volkomen worde, als Gij alles in allen zijn zult.

Inzonderheid bidden wij U voor de overheden, die het U beliefd heeft over ons te stellen: (voor de Hoog Mogende Heren Staten-Generaal van deze Verenigde Nederlanden, en voor den Raad van Staat, voor N. onzen getrouwen Gouverneur, voor Mijne Heren de Staten van dit Land; en de Heren Gecommitteerde Raden, voor Mijne Heren van den Hove Provinciaal, en voor den achtbaren Magistraat, Schout, Burgemeesteren, Schepenen en Raad dezer stad). Verleen hun allen Uw genade en gaven, een iegelijk in zijn beroep en staat, waarin hij van U gesteld is, opdat zij het volk, dat Gij hun toevertrouwd hebt, wijs regeren, kloek beschermen, Uw dienst getrouw handhaven, en de justitie aan hun onderdanen recht bedienen. Wil voorzitten met Uw Heiligen Geest in hun samenkomsten, opdat zij in alle zaken niet anders dan hetgeen goed en behoorlijk is, besluiten, en daarna hetzelve ook gelukkig uitvoeren moge; ten einde deze Landen van hun vijanden bewaard, de kwaaddoeners gestraft, en de vromen voorgestaan zijnde, Uw Naam daardoor geëerd, en het Rijk van den Koning der koningen, Christus Jezus, bevorderd moge worden, en wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid.

Voorts bidden wij U voor al onze medebroeders, die onder den paus of Turk vervolging lijden. Wil hen met Uw Heiligen Geest troosten, en genadig daaruit verlossen; laat niet toe, dat Uw Christenheid ganselijk verwoest, en de gedachtenis Uws Naams op aarde uitgeroeid worde, opdat de vijanden Uwer waarheid zich niet beroemen tot Uw oneer en lastering. Maar indien het Uw Goddelijke wil is, dat de gevangen Christenen met hun dood der waarheid getuigenis geven en Uw Naam prijzen, zo geef hun troost in hun lijden, dat zij zulks van Uw Vaderlijke hand aannemen, en daarin, Uw wil volgende, volstandig blijven, hetzij in leven of in sterven, tot Uw eer, tot stichting Uwer gemeente en tot hun zaligheid.

Wij bidden U ook voor allen, die Gij kastijdt met armoede, gevangenis, krankheid des lichaams, of aanvechting des geestes. Troost hen allen, o Heere, naar dat Gij weet, dat hun nood is eisende. Geef dat hun kastijding hen diene tot erkenning hunner zonden, en betering huns levens. Wil hun ook geven volstandig geduld, verzoet hun lijden, en verlos hen eindelijk; opdat zij zich over Uw goedheid verblijden, en Uw Naam eeuwiglijk prijzen.

Eindelijk, o Heere, wil ons en de onzen, mitsgaders alles wat ons aangaat, in Uw bewaring nemen. Geef, dat wij in ons beroep naar Uw wil mogen leven, en de gaven, die wij van Uw zegen ontvangen, alzo gebruiken dat zij ons niet verhinderen, maar veel meer tot het eeuwig leven bevorderlijk zijn. Sterk ons ook in alle aanvechtingen, opdat wij, in het ware geloof strijdende, overwinnen mogen, en hiernamaals met Christus het eeuwige leven bezitten.

Om alle deze dingen bidden wij U, gelijkerwijs onze getrouwe Heere en Zaligmaker Jezus Christus ons zelf geleerd heeft:

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Daarna wordt den gemeente verlaten met den gewonen zegen

Ontvangt den zegen des Heeren:

De HEERE zegene u, en behoede u! De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig! De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede. Amen.

Een gebed vóór de leer van den Catechismus

O hemelse Vader, Uw Woord is volkomen en bekeert de zielen, een waarachtig getuigenis, den ongeleerden wijsheid gevende, en der blinden ogen verlichtende; een krachtig middel ter zaligheid voor allen, die geloven. Maar overmits wij van nature blind en onbekwaam zijn tot enig goed, en dat Gij ook niemand wilt aanzien dan die ootmoedig en verslagen zijn van hart, vrezende voor Uw Woord; zo bidden wij U, dat Gij ons duister verstand wilt verlichten met Uw Heiligen Geest, en ons geven een zachtmoedig hart, van hetwelk alle opgeblazenheid en vleselijke wijsheid, die vijandschap tegen U is, geweerd zij, opdat wij, Uw woord horende, het recht verstaan mogen en ons leven daarnaar richten. Wil ook genadiglijk bekeren allen, die nog van Uw waarheid afdwalen, opdat wij U allen tezamen eendrachtiglijk dienen, in waarachtige heiligheid en gerechtigheid al de dagen onzes levens. Dit begeren wij, alleen om Christus’ wil, Die ons in Zijn Naam heeft leren bidden, en ook heeft beloofd te verhoren:

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Een gebed na de leer van den Catechismus

O genadige, barmhartige God en Vader, wij danken U, dat het U beliefd heeft, een verbond der genade op te richten met de gelovigen en hun zaad, hetwelk Gij niet alleen verzegeld hebt door den Heiligen Doop, maar nog dagelijks bewijst, als Gij Uw lof volmaakt uit den mond hunner kinderen, om alzo de wijzen dezer wereld te beschamen. Wij bidden U, vermeerder in hen Uw genade, dat zij in Christus, Uw Zoon, altijd toenemen en wassen, totdat zij hun volkomen mannelijken ouderdom in alle wijsheid en gerechtigheid verkrijgen. Geef ons ook Uw genade, dat wij hen in Uw kennis en vrees, gelijk Gij ons bevolen hebt, onderwijzen, opdat door hun godzaligheid het rijk des satans verstoord worde, en het Rijk van Jezus Christus in deze en andere gemeenten versterkt worde, ter eer van Uw heiligen Naam, en tot hun eeuwige zaligheid, door Jezus Christus, Uw Zoon en onzen Heere, Die ons aldus heeft leren bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Een kort gebed vóór de predikatie in de week

Hemelse Vader, eeuwige en barmhartige God, wij bekennen en belijden voor Uw Goddelijke Majesteit, dat wij arme, ellendige zondaren zijn, ontvangen en geboren in alle boosheid en verdorvenheid, geneigd tot alle kwaad, en onnut tot enig goed; en dat wij met ons zondig leven, zonder ophouden Uw heilige geboden overtreden, waardoor wij Uw toorn tegen ons verwekken, en naar Uw rechtvaardig oordeel op ons laden, de eeuwige verdoemenis. Maar o Heere, wij hebben berouw en leedwezen, dat wij U vertoornd hebben; wij beschuldigen onszelf en doen aanklacht van onze misdaden, begerende, dat Gij genadiglijk onze ellendigheid wilt aanzien. Wil U over ons ontfermen, o allergoedertierenste God en Vader, en ons vergeven al onze zonden, om het heilig lijden van Uw lieven Zoon Jezus Christus. Wil ons ook verlenen de genade van Uw Heiligen Geest, Die ons lere onze ongerechtigheid van ganser harte te erkennen, en ons zelf recht te mishagen, opdat de zonde in ons moge gedood worden, en wij in een nieuw leven weder opstaan, in hetwelk wij waarachtige vruchten der heiligheid en gerechtigheid voortbrengen, die U door Jezus Christus kunnen aangenaam zijn. Wil ons ook Uw Heilig Woord naar Uw Goddelijken wil te verstaan geven, opdat wij daaruit leren al ons vertrouwen op U alleen te stellen, en van alle schepselen af te trekken. Dat ook onze oude mens met al zijn begeerten van dag tot dag meer en meer gekruisigd worde, en dat wij ons U opofferen tot een levend dankoffer, ter eer van Uw heiligen Naam, en tot stichting van onzen naaste, door onzen Heere Jezus Christus, Die ons heeft geleerd en bevolen alzo te bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Een kort gebed na de predikatie in de week

Heere, almachtige God, laat Uw heilige Naam om onzer zonden wil niet gelasterd worden; want wij hebben op menigerlei wijze tegen U gezondigd, doordat wij Uw Heilig Woord niet gehoorzaam zijn, zoals het betaamt, en met onwetendheid, ondankbaarheid, en murmureren Uw toorn dagelijks tegen ons verwekken; waarom Gij ons ook terecht straft. Maar, o Heere, zijt gedachtig Uwer grote barmhartigheid en ontferm U onzer. Geef ons kennis en leedwezen over onze zonden, en betering onzes levens. Sterk de dienaars Uwer Kerk, opdat zij getrouw en standvastig Uw Heilig Woord mogen verkondigen; en de overheid Uws volks, opdat zij het wereldlijke zwaard met gerechtigheid en billijkheid mogen voeren. Bewaar ons voor alle valsheid en ontrouw. Verstoor alle boze en listige raadslagen, die tegen Uw Woord en Kerk bedacht worden. O Heere, onttrek ons niet Uw Geest en Uw Woord, maar geef ons vermeerdering des geloofs, en in alle kruis en tegenspoed, lijdzaamheid en volstandigheid. Kom Uw Kerk te hulp, verlos haar van allen overlast, bespotting en tirannie. Sterk ook alle zwakke en bedroefde harten, en zend ons Uw vrede, door Jezus Christus, onzen Heere, Die ons deze zekere belofte gegeven heeft, zeggende: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven; en heeft ons bevolen alzo te bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Het morgengebed

O barmhartige Vader, wij danken U, dat Gij dezen nacht zo getrouw voor ons gewaakt hebt, en bidden U, dat Gij ons wilt sterken met Uw Heiligen Geest, Die ons voortaan geleide, opdat wij dezen dag, mitsgaders al de dagen onzes levens, mogen besteden tot alle gerechtigheid en heiligheid; en wat wij in handen nemen, dat onze ogen altijd zien, om Uw eer te verbreiden, alzo, dat wij al den voorspoed onzes voornemens van Uw milde hand alleen verwachten. En opdat wij zulk een genade van U verkrijgen, wil ons, naar Uw belofte, vergeven al onze zonden, om het heilig lijden en bloedvergieten van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus; want zij zijn ons van harte leed. Verlicht ook onze harten, opdat wij, alle werken der duisternis afgelegd hebbende, als kinderen des lichts, in een nieuw leven mogen wandelen, in alle godzaligheid. Geef ook Uw zegen tot de verkondiging van Uw Goddelijk Woord. Verstoor alle werken des duivels. Sterk alle getrouwe kerkedienaars en overheden Uws volks. Troost alle vervolgde en benauwde harten, door Jezus Christus, Uw lieven Zoon Die ons beloofd heeft, dat Gij ons alles, wat wij U in Zijn Naam bidden, zekerlijk geven zult, en daarom ons alzo heeft bevolen te bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Het avondgebed

O, barmhartige God, eeuwig Licht, schijnende in de duisternis, Gij, Die den nacht der zonden en alle blindheid des harten verdrijft, naardien Gij den nacht verordend hebt om te rusten, gelijk den dag om te arbeiden; zo bidden wij U, geef dat onze lichamen in vrede en stilheid rusten, opdat zij daarna bekwaam zijn mogen den arbeid, dien zij dragen moeten, te doorstaan. Matig onzen slaap, dat die niet onordelijk zij, opdat wij aan lichaam en ziel onbevlekt mogen blijven, ja dat onze slaap zelfs geschiede tot Uw eer. Verlicht de ogen van ons verstand, opdat wij in den dood niet ontslapen, maar altijd verwachten onze verlossing uit deze ellendigheid. Bescherm ons ook tegen alle aanvechting des duivels, ons in Uw heilig geleide nemende. En naardien wij dezen dag niet doorgebracht hebben zonder tegen U grotelijks gezondigd te hebben, zo bidden wij U, wil onze zonden bedekken met Uw barmhartigheid, gelijk Gij alle dingen op aarde met de duisternis des nachts bedekt, opdat wij daarom van Uw aanschijn niet verstoten worden. Geef ook rust en troost aan alle kranken, bedroefden en aangevochten harten, door Jezus Christus, Die ons alzo heeft leren bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Een gebed vóór de handelingen des kerkeraads

Hemelse Vader, eeuwige en barmhartige God, het heeft U beliefd naar Uw oneindige wijsheid en goedertierenheid, U uit alle mensen van den gansen aardbodem een gemeente, door de verkondiging van het heilig Evangelie te verzamelen, en die te regeren door den dienst der mensen. Gij hebt ons ook tot zodanig ambt genadiglijk geroepen, en bevolen goede acht te hebben op de kudde, die Christus met Zijn dierbaar bloed verworven heeft. Dewijl wij nu dan hier in Uw heiligen Naam verzameld zijn, om, naar het voorbeeld der apostolische Kerken, van die dingen, welke ons vóórkomen zullen, aangaande den welstand en de stichting Uwer Kerken, volgens ons ambt te handelen; waartoe wij onszelf belijden onnut en onbekwaam te wezen, als die van nature niet vermogen iets goeds uit ons zelf te denken, veel min in het werk te stellen; zo bidden wij U, o getrouwe God en Vader, dat Gij, naar Uw belofte, wezen wilt in het midden van onze tegenwoordige vergadering met Uw Heiligen Geest, Die ons in alle waarheid leide. Neem ook van ons weg alle misverstand en verkeerde bewegingen des vleses, en geef, dat Uw Heilig Woord de enige regel en richtsnoer zij van al onze beraadslagingen, opdat die mogen strekken tot eer Uws Naams, tot stichting Uwer gemeente, en tot ontlasting van onze eigen consciëntiën, door Christus Jezus, Uw Zoon, Die met U en den Heiligen Geest, de enige en waarachtige God, eeuwiglijk zijt te loven en te prijzen. Amen.

Een gebed na de handelingen des kerkeraads

Heere God, hemelse Vader, wij danken U van harte, dat het U behaagt, hier in deze landen U een Kerk te verzamelen, en daartoe onzen dienst te gebruiken, ons de genade gevende, dat wij vrij en onverhinderd Uw heilig Evangelie prediken, en alle godzalige oefening gebruiken mogen; daarbenevens, dat Gij nu met Uw Heiligen Geest in het midden van deze onze vergadering geweest zijt, onze beraadslagingen naar Uw wil bestierende, en onze harten in onderlingen vrede en eendracht verbindende. Wij bidden U, o getrouwe God en Vader, wil toch onzen voorgenomen arbeid genadiglijk zegenen, en Uw aangevangen werk krachtiglijk volvoeren; U altijd een rechte Kerk verzamelende, en die bij de zuivere leer en het recht gebruik der Heilige Sacramenten, en de naarstige oefening der tucht bewarende. Doe daarentegen teniet alle boze en listige raadslagen, die tegen Uw Woord en Kerk bedacht worden. Sterk ook alle kerkedienaren, opdat zij getrouw en standvastig Uw Heilig Woord mogen verkondigen; en de overheid Uws volks, opdat zij het wereldlijke zwaard met gerechtigheid en billijkheid moge voeren. Inzonderheid bidden wij U voor de overheden, die het U beliefd heeft over ons te stellen, zo hoge als lage, en voornamelijk voor den Achtbaren Magistraat dezer stad. Geef dat hun ganse regering gericht zij, dat de Koning aller koningen over hen en hun onderdanen regeren moge, en het rijk des duivels (hetwelk een rijk is van alle schanddaden en ondeugden) door hen, als Uw dienaars, hoe langer hoe meer verstoord en tenietgedaan worde, en dat wij onder hen een gerust en stil leven leiden mogen, in alle godzaligheid en eerbaarheid. Verhoor ons, o God en Vader, door Jezus Christus, Uw lieven Zoon, Die met U en den Heiligen Geest, de enige en waarachtige God, eeuwiglijk zijt te loven en te prijzen. Amen.

Een gebed vóór de vergadering der diakenen

Barmhartige God en Vader, Gij, Die niet alleen ons gezegd hebt, dat wij altijd armen bij ons hebben zullen, maar ook hebt bevolen hen bij te staan, en tot dat einde in Uw gemeente ingesteld hebt den dienst der diakenen, door welke zij geholpen zouden kunnen worden; nademaal wij, die in deze gemeente tot het ambt van diakenen geroepen zijn, alhier thans in Uw Naam zijn vergaderd, om van onze bediening met elkander te spreken; zo bidden wij U ootmoedig, om Jezus Christus’ wil, dat Gij bij ons wilt wezen met den Geest der onderscheiding, ten einde wij goed onderscheid mogen maken tussen de rechte armen en de onrechte; en dat wij, met alle blijmoedigheid en getrouwheid, de aalmoezen, die door ons verzameld zijn, aan een iegelijk uitdelen, naar eis van zijn nood, niet ongetroost latende de behoeftige lidmaten van Uw lieven Zoon, ook niet gevende, dengenen, die het niet nodig hebben. Ontsteek de harten der mensen met een vurige liefde tot de armen, opdat zij milde handreiking doen van hun tijdelijke goederen, waarover Gij hen tot rentmeesters hebt gesteld; en dat wij, de middelen in handen hebbende om de behoeftigen te helpen, ons ambt getrouw, zonder verdriet, en met onbekrompen harten mogen bedienen. Verleen ons mede de gaven, om niet alleen met de uiterlijke giften, maar ook met Uw Heilig Woord, de ellendigen te vertroosten. En aangezien de mens niet alleen van brood leeft, maar van alle woord dat uit Uw mond uitkomt, zo wil ook Uw zegen uitstrekken over onze uitdeling, en het brood der armen vermenigvuldigen, opdat zij en wij oorzaak mogen hebben, om U te loven en te danken; verwachtende de zalige komst van Uw lieven Zoon Jezus Christus, Die om onzentwil arm is geworden, om ons rijk te maken in der eeuwigheid. Amen.

Een gebed vóór het eten

Ps. 145:15, 16:

15 Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd.

16 Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, (naar Uw) welbehagen.

Heere, Almachtige God, Gij, die alles geschapen hebt, en nog door Uw Goddelijke kracht onderhoudt, en het volk Israël in de woestijn gespijzigd hebt; wil Uw zegen uitstrekken over ons, Uw arme dienaars, en ons heiligen deze gaven, die wij van Uw milde hand ontvangen, opdat wij ze matig en heilig naar Uw goeden wil mogen gebruiken, en daardoor erkennen, dat Gij onze Vader en een Oorsprong alles goeds zijt. Geef ook, dat wij altijd, en vóór alle dingen, zoeken het geestelijke brood Uws Woords, met hetwelk onze ziel gespijzigd worde ten eeuwigen leven, hetwelk Gij ons bereid hebt door het heilig bloed van Uw lieven Zoon, onzen Heere Jezus Christus. Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Alzo vermaant ons onze Heere Jezus Christus, Luk. 21:34, 35:

34 Wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden des levens, en dat u die dag niet onvoorziens (over) kome.

35 Want gelijk een strik zal hij komen over al degenen, die op den gansen aardbodem gezeten zijn.

Een gebed na het eten

Alzo spreekt de HEERE in het vijfde Boek van Mozes, Deut. 8:10, 11:

10 Als gij dan zult gegeten hebben en verzadigd zijn, zo zult gij den HEERE, uw God, loven over dat goede land, dat Hij u zal hebben gegeven.

11 Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede.

Heere God, hemelse Vader, wij danken U voor al Uw weldaden, die wij zonder ophouden van Uw milde hand ontvangen; dat het Uw Goddelijke wil is, ons te onderhouden in dit tijdelijk leven, en ons te verzorgen met al onze nooddruft; maar inzonderheid, dat Gij ons wedergeboren hebt tot de hoop op een beter leven, hetwelk Gij ons geopenbaard hebt door Uw heilig Evangelie. Wij bidden U, barmhartige God en Vader, dat Gij niet toelaat dat onze harten hier in deze aardse en vergankelijke dingen zouden geworteld zijn; maar dat wij altijd mogen opwaarts zien ten hemel, verwachtende onzen Zaligmaker Jezus Christus, totdat Hij op de wolken verschijnen zal tot onze verlossing.

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Gebed voor kranke en aangevochten mensen

O Almachtige, eeuwige en rechtvaardige God en barmhartige Vader, Gij, Die een Heere des doods en des levens zijt, zonder Wiens wil niets geschiedt, noch in den hemel, noch op de aarde; hoewel wij niet waardig zijn Uw Naam aan te roepen, noch te hopen, dat Gij ons zult verhoren, als wij aanzien, hoe wij tot nog toe onzen tijd doorgebracht hebben; nochtans bidden wij U, dat Gij naar Uw barmhartigheid ons wilt aanzien in het aangezicht van Jezus Christus, Die al onze zwakheid op Zich genomen heeft. Wij bekennen, dat er niets in ons is, dan genegenheid tot het boze, en onbekwaamheid tot enig goed; waarom wij ook deze straf, ja nog veel meer verdiend hebben. Maar, Heere, Gij weet, dat wij Uw volk, en Gij onze God zijt; wij hebben tot niemand de toevlucht, dan alleen tot Uw barmhartigheid, die Gij nooit iemand geweigerd hebt, die zich tot U bekeerd heeft. Dies bidden wij, dat Gij ons onze zonden niet wilt toerekenen, maar reken ons toe de wijsheid, gerechtigheid en heiligheid van Jezus Christus, opdat wij in Hem voor U bestaan mogen. Verlos ons, om Zijnentwil, uit dit lijden, opdat de bozen niet denken, dat Gij ons verlaten hebt. En zo het U belieft, ons langer alzo te oefenen, zo geef ons geduld en sterkte, om zulks alles naar Uw wil te dragen, en laat het ons alles naar Uw wijsheid ten beste komen. Kastijd ons liever hier, dan dat wij hierna met de wereld zouden moeten verloren gaan. Geef ons dat wij deze wereld, en al wat aards is, mogen afsterven, opdat wij dagelijks naar het evenbeeld van Jezus Christus meer en meer vernieuwd worden. Laat ons door geen ding van Uw liefde gescheiden worden, maar trek ons dagelijks meer en meer tot U, opdat wij het einddoel onzer roeping met vreugde aanvaarden mogen, hetwelk is met Christus te sterven, te verrijzen, en in eeuwigheid te leven. Wij geloven ook, dat Gij ons verhoren zult door Jezus Christus, Die ons aldus heeft leren bidden:

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Sterk ons ook in het rechte geloof, hetwelk wij van harte en met den mond belijden:

Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde.

En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onzen Heere; Die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria; Die geleden heeft onder Pontius Pilatus; is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in den Heiligen Geest.

Ik geloof een heilige, algemene, Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven. Amen.

OF ALDUS:

Eeuwige, barmhartige God en Vader, Die de eeuwige Zaligheid zijt der levenden, en het eeuwig Leven der stervenden, naardien Gij dood en leven alleen in Uw hand hebt, en zonder ophouden alzo voor ons zorgt, dat noch gezondheid, noch krankheid, noch enig goed of kwaad ons kan overkomen, ja geen haar van ons hoofd vallen kan, zonder Uw wil, en dat Gij ook voor Uw gelovigen alle dingen te hunnen beste keert: zo bidden wij U, verleen ons de genade Uws Heiligen Geestes, dat Hij ons lere onze ellendigheid recht te erkennen, en geduldig Uw kastijdingen te verdragen, die wij tienduizend maal groter verdiend hebben. Wij weten, dat zij ons niet zijn tekenen van Uw toorn, maar van Uw Vaderlijke liefde jegens ons, opdat wij met de wereld niet veroordeeld worden. Vermeerder, o Heere, ons geloof, door Uw Heiligen Geest, opdat wij Christus hoe langer hoe meer ingelijfd worden, als lidmaten hun geestelijk Hoofd, Wien Gij ons in lijden en heerlijkheid gelijk maken wilt. Verlicht het kruis, naardat het onze zwakheid verdragen kan. Wij onderwerpen ons ganselijk aan Uw wil, hetzij dat Gij onze zielen langer in deze tabernakelen wilt laten, of tot U in het eeuwige leven nemen; overmits wij Christus’ eigen zijn, en daarom niet kunnen vergaan. Wij willen gaarne dit zwakke vlees verlaten in de hoop der zalige opstanding, waar ons datzelve veel heerlijker zal wedergegeven worden. Geef ons te gevoelen den zaligen troost der vergeving der zonden, en der rechtvaardigmaking van Christus, opdat wij met dat schild alle aanvechtingen van satan overwinnen. Laat Zijn onschuldig bloed de vlek en onreinigheid onzer zonden uitwissen, en Zijn gerechtigheid onze ongerechtigheid verantwoorden voor Uw laatste oordeel. Wapen ons met geloof en hoop, opdat wij niet te schande worden door enigen schrik des doods; en als onze lichamelijke ogen duister worden, alsdan de ogen des geestes op U zien. En als Gij ons het gebruik der tong benomen zult hebben, dat alsdan het hart niet ophoude U aan te roepen. O Heere, wij bevelen onze zielen in Uw handen; wil ons in onzen laatsten nood niet verlaten, en dat om Christus Jezus’ wil alleen, Die ons alzo heeft leren bidden:

Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Nog niet beschikbaar