Danklied van de verlosten
1Op die dag zult u zeggen:
Ik dank U, HEERE, dat U toornig op mij geweest bent,
maar Uw toorn is afgekeerd en U troost mij.
2Zie, God is mijn heil,
ik zal vertrouwen en geen angst hebben,
want mijn kracht en psalm is de HEEREHEERE,
en Hij is mij tot heil geworden.
3U zult met vreugde Joh. 7:37,38water scheppen
uit de bronnen van het heil.
4Op die dag zult u zeggen:
Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan,
maak Zijn daden bekend onder de volken,
Joh. 17:1,4,6,26roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is.
5Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan.
Laat dit bekend worden over heel de aarde!
6Juich en zing vrolijk, inwoonster van Sion,
want groot in uw midden is de Heilige van Israël.
12
Danklied der verlosten
1En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.
2Zie, God is mijn Heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen; want de HEERE HEERE is mijn Sterkte en Psalm, en Hij is mij tot Heil geworden.
3En gijlieden zult Joh. 7:37, 38.water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils;
4En zult te dienzelfden dage zeggen: Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken! Joh. 17:1, 4, 6, 26.vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is.
5Psalmzingt den HEERE, want Hij heeft heerlijke dingen gedaan; zulks zij bekend op den gansen aardbodem.
6Juich en zing vrolijk, gij inwoners van Sion! want de Heilige Israëls is groot in het midden van u.