Vijfde brief: aan Sardis
1En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis: Dit zegt Hij Die Openb. 1:4de zeven Geesten van God heeft en Openb. 1:16de zeven sterren: Ik ken uw werken, en weet dat u de naam hebt dat u leeft, maar u bent dood.
2Wees waakzaam en versterk het overige dat dreigt te sterven, want Ik heb uw werken niet vol bevonden voor God.
3Bedenk dan hoe u het hebt ontvangen en gehoord, en houd het vast en Vers 19bekeer u. Als u dan niet waakzaam bent, zal Ik bij u komen Matt. 24:43; 1 Thess. 5:2; 2 Petr. 3:10; Openb. 16:15als een dief en u zult beslist niet weten op welk uur Ik bij u zal komen.
4Maar u hebt ook in Sardis enkele personen3:4 personen - Letterlijk: namen. die hun kleren niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte kleren, omdat zij het waard zijn.
5Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen Ex. 32:32; Ps. 69:29; Filipp. 4:3; Openb. 20:12; 21:27uit het boek des levens, maar Matt. 10:32; Luk. 12:8Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
6Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Zesde brief: aan Filadelfia
7En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, Vers 14de Waarachtige, Job 12:14; Jes. 22:22; Openb. 1:18Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent:
8Ik ken uw werken. Zie, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.
9Zie, Ik geef u enigen Openb. 2:9uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb.
10Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.Het woord lijdzaamheid dat de SV hier gebruikt betekent vandaag de dag: stille berusting, gelatenheid. Het heeft dus nu nagenoeg dezelfde gevoelswaarde als lijdelijkheid. Dat is absoluut niet de betekenis en de bedoeling van het Griekse grondwoord hupomonè. Dat is de reden dat het woord lijdzaamheid in de herziening het veld heeft moeten ruimen. Het grondwoord betekent: geduld, volharding, uithoudingsvermogen, standvastigheid.
11Zie, Ik kom spoedig. Openb. 2:25Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen.
12Wie overwint, hem zal Ik 1 Kon. 7:21tot een zuil in de tempel van Mijn God maken, en hij zal daaruit niet meer weggaan. En Ik zal Openb. 22:4de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God, Openb. 21:2,10het nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel, bij Mijn God vandaan, en Mijn nieuwe Naam.
13Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
Zevende brief: aan Laodicea
14En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt Openb. 1:5,6de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, Kol. 1:15het begin van Gods schepping:
15Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!
16Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.
17Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.
18Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en 2 Kor. 5:3; Openb. 7:13; 16:15; 19:8witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.
19Job 5:17; Spr. 3:12; Hebr. 12:5Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
20Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.
21Wie overwint, Matt. 19:28; 1 Kor. 6:2zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.
22Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
3
Vijfde brief: aan Sardis
1En schrijf aan den engel der Gemeente, die te Sardis is: Dit zegt, Die Openb. 1:4.de zeven geesten Gods heeft, en Openb. 1:16.de zeven sterren: Ik weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood.
2Zijt wakende, en versterk het overige, dat sterven zou; want Ik heb uw werken niet vol gevonden voor God.
3Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het, en Vers 19.bekeer u. Indien gij dan niet waakt, zo zal Ik over u komen Matt. 24:43. 1 Thess. 5:2. 2 Petr. 3:10. Openb. 16:15.als een dief, en gij zult niet weten, op wat ure Ik over u komen zal.
4Doch gij hebt enige weinige namen ook te Sardis, die hun klederen niet bevlekt hebben, en zij zullen met Mij wandelen in witte klederen, overmits zij het waardig zijn.
5Die overwint, die zal bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen Ex. 32:32. Ps. 69:29. Filipp. 4:3. Openb. 20:12. 21:27.uit het boek des levens, en Matt. 10:32. Luk. 12:8.Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen.
6Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Zesde brief: aan Filadelfía
7En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfía is: Dit zegt de Heilige, Vers 14.de Waarachtige, Job 12:14. Jes. 22:22. Openb. 1:18.Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent:
8Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend.
9Zie, Ik geef u enigen Openb. 2:9.uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb.
10Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
11Zie, Ik kom haastelijk; Openb. 2:25.houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
12Die overwint, Ik zal hem maken 1 Kon. 7:21.tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven Openb. 22:4.den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk Openb. 21:2, 10.des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam.
13Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Zevende brief: aan Laodicéa
14En schrijf aan den engel van de Gemeente der Laodicenzen: Dit zegt Openb. 1:5, 6.de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, Kol. 1:15.het Begin der schepping Gods:
15Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart, of heet!
16Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen.
17Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.
18Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en 2 Kor. 5:3. Openb. 7:13. 16:15. 19:8.witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt.
19Job 5:17. Spr. 3:12. Hebr. 12:5.Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig, en bekeer u.
20Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.
21Die overwint, Ik Matt. 19:28. 1 Kor. 6:2.zal hem geven met Mij te zitten in Mijn troon, gelijk als Ik overwonnen heb, en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon.
22Die oren heeft, die hore, wat de Geest tot de Gemeenten zegt.