Psalm 111
Psalm 111
Het boek Psalmen
HSV

Lofzang op de weldaden van de HEERE

1Halleluja!

Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, aleph

in de kring van de oprechten en in hun gemeenschap. beth

2De werken van de HEERE zijn groot, gimel

zij worden onderzocht door allen die er vreugde in vinden. daleth

3Zijn daden zijn vol majesteit en glorie, he

Zijn gerechtigheid houdt voor eeuwig stand.waw

4Hij heeft voor Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt, zain

de HEERE is genadig en barmhartig.cheth

5Hij heeft voedsel gegeven aan wie Hem vrezen.teth

Hij denkt voor eeuwig aan Zijn verbond.jod

6Hij heeft de kracht van Zijn werken bekendgemaakt aan Zijn volkkaph

door hun het erfelijk bezit van de heidenvolken te geven.lamed

7De werken van Zijn handen zijn waarheid en recht, mem

al Zijn bevelen zijn betrouwbaar. nun

8Zij worden ondersteund, voor eeuwig en voor altijd, samech

want zij zijn gedaan in waarheid en oprechtheid.ain

9Hij heeft Zijn volk verlossing gezonden; pe

Hij heeft Zijn verbond voor eeuwig ingesteld;111:9 ingesteld - Letterlijk: geboden. tsade

Zijn Naam is heilig en ontzagwekkend. kophVreselijk vs. ontzagwekkend: In de SV vinden we hier het woord vreselijk. Op het eerste gezicht lijkt het dat het ontzagwekkend van de HSV een stuk zwakker is. Toch is dat niet terecht. Het woordje vreselijk had in de tijd van de Statenvertaling een heel andere betekenis dan nu. Het betekende letterlijk: iets om te vrezen, iets om ontzag voor te hebben. Tegenwoordig heeft het echter een uiterst negatieve betekenis die hier niet past.

10De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, resj

allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; sin

Zijn lof houdt voor eeuwig stand.taw

111

Lofzang op Gods weldaden

1Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.

2Gimel. De werken des HEEREN zijn groot; Daleth. zij worden gezocht van allen, die er lust in hebben.

3He. Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau. en Zijn gerechtigheid bestaat in der eeuwigheid.

4Zain. Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; Cheth. de HEERE is genadig en barmhartig.

5Teth. Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Jod. Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond.

6Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt; Lamed. hun gevende de erve der heidenen.

7Mem. De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; Nun. al Zijn bevelen zijn getrouw.

8Samech. Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid.

9Pe. Hij heeft Zijn volke verlossing gezonden; Tsade. Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk.

10Resch. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Schin. allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau. Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.