Zesde boetpsalm
1Een pelgrimslied.
Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE;
2Heere, hoor naar mijn stem.
Laat Uw oren opmerkzaam zijn
op mijn luide smeekbeden.
3Ps. 143:2Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let,
Heere, wie zal staande blijven?
4Maar 2 Sam. 24:14bij U is vergeving,
opdat U gevreesd wordt.
5Ps. 27:14; Hab. 2:3Ik verwacht de HEERE, Ps. 40:2mijn ziel verwacht Hem
en ik hoop op Zijn woord.
6Ps. 5:4; 119:147; 123:1,2Mijn ziel wacht op de Heere,
meer dan wachters op de morgen,
wachters op de morgen.
7Laat Israël hopen op de HEERE,
want bij de HEERE is goedertierenheid
en bij Hem is veel verlossing.
8Ja, Hij zal Israël verlossen
van al zijn ongerechtigheden.
130
Boetpsalm
1Een lied Hammaälôth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!
2Heere! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
3Ps. 143:2.Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; Heere! wie zal bestaan?
4Maar 2 Sam. 24:14.bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.
5Ps. 27:14. Hab. 2:3.Ik verwacht den HEERE; Ps. 40:2.mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.
6Ps. 5:4. 119:147. 123:1, 2.Mijn ziel wacht op den Heere, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen.
7Israël hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing.
8En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.