Gebed om hulp
1Een onderwijzing van David, een gebed, toen hij in de grot was.
2Met mijn stem roep ik tot de HEERE,
met mijn stem smeek ik de HEERE.
3Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht,
ik maak voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid bekend.
4Ps. 77:4Toen mijn geest in mij bezweek,
kende Ú mijn pad.
Zij hebben een strik voor mij verborgen
op de weg die ik gaan zou.
5Ik keek aan mijn rechterhand en zie,
er was niemand die naar mij omzag;
voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren,
niemand zorgde voor mijn ziel.
6Tot U roep ik, HEERE.
Ik zeg: U bent mijn toevlucht,
mijn Ps. 16:5deel in het land der levenden.
7Sla acht op mijn roepen,
want ik ben volkomen uitgeteerd;
Ps. 41:2; 79:8; 116:6red mij van mijn vervolgers,
want zij zijn machtiger dan ik.
8Leid mijn ziel uit de gevangenis
om Uw Naam te loven;
de rechtvaardigen zullen mij omringen,
want U bent goed voor mij.
142
Bede om hulp in groot gevaar
1Een onderwijzing van David, een gebed, als hij in de spelonk was.
2Ik riep met mijn stem tot den HEERE; ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.
3Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht; ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.
4Ps. 77:4.Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg, dien ik gaan zou.
5Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel.
6Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Ps. 16:5.Deel in het land der levenden.
7Let op mijn geschrei, want ik ben zeer uitgeteerd; Ps. 41:2. 79:8. 116:6.red mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik.
8Voer mijn ziel uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben.