De HEERE is mijn Herder
1Een psalm van David.
Jes. 40:11; Jer. 23:4; Ezech. 34:23; Joh. 10:11; 1 Petr. 2:25; Openb. 7:17De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets.
2Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
3Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.
4Ps. 3:6; 118:6Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
5U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
6Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.Een andere mogelijke vertaling is: terugkeren.
23
De HEERE is mijn Herder
1Een psalm van David. Jes. 40:11. Jer. 23:4. Ezech. 34:23. Joh. 10:11. 1 Petr. 2:25. Openb. 7:17.De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken.
2Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren.
3Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naams wil.
4Ps. 3:6. 118:6.Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
5Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.
6Immers zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.