Vermaning aan onrechtvaardige rechters
1Een psalm van Asaf.
God staat in de vergadering van God,
Hij oordeelt te midden van de goden:
2Hoelang zult u onrechtvaardig oordelen
en de goddelozen bevoordelen?82:2 de goddelozen bevoordelen - Letterlijk: aangezichten van goddelozen verheffen. Sela
3Doe recht aan de geringe en de wees,
bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid.
4Spr. 24:11Bevrijd de geringe en de arme,
ontruk hem aan de hand van de goddelozen.
5Zij weten niets en begrijpen niets,
zij wandelen steeds in de duisternis rond;
daarom wankelen alle fundamenten van de aarde.
6Ík heb wel gezegd: U bent goden,
u bent allen zonen van de Allerhoogste;
7toch zult u sterven als een mens,
zoals iedere andere vorst82:7 iedere andere vorst - Letterlijk: een van de vorsten. zult u vallen.
8Sta op, o God, oordeel de aarde,
82
Vermaning aan onrechtvaardige rechters
1Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;
2Hoe lang zult gijlieden onrecht oordelen, en het aangezicht der goddelozen aannemen? Sela.
3Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt den verdrukte en den arme.
4Spr. 24:11.Verlost den arme en den behoeftige, rukt hem uit der goddelozen hand.
5Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen steeds in duisternis; dies wankelen alle fondamenten der aarde.
6Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten;
7Nochtans zult gij sterven als een mens; en als een van de vorsten zult gij vallen.
8Sta op, o God! oordeel het aardrijk, Ps. 2:8. Hebr. 1:2.want Gij bezit alle natiën.