De heerlijkheid van Sion
1Een psalm, een lied van de zonen van Korach.
Zijn fundament rust op de heilige bergen.
2De HEERE heeft de poorten van Sion lief
boven alle woningen van Jakob.
3Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken,
stad van God! Sela
4Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen;
zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet:
die zijn daar geboren.
5Van Sion wordt gezegd:
Man voor man is erin geboren.
De Allerhoogste Zelf doet haar standhouden.
6De HEERE telt hen erbij,
wanneer Hij de volken opschrijft,
en zegt: Deze is daar geboren. Sela
7De zangers evenals zij die in reien dansen, zingen:
Al mijn bronnen zijn in u!
87
Heerlijkheid der Gemeente Gods
1Een psalm, een lied voor de kinderen van Korach. Zijn grondslag is op de bergen der heiligheid.
2De HEERE bemint de poorten van Sion boven alle woningen van Jakob.
3Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela.
4Ik zal Rahab en Babel vermelden, onder degenen, die Mij kennen; ziet, de Filistijn, en de Tyriër, met den Moor, deze is aldaar geboren.
5En van Sion zal gezegd worden: Die en die is daarin geboren; en de Allerhoogste Zelf zal haar bevestigen.
6De HEERE zal hen rekenen in het opschrijven der volken, zeggende: Deze is aldaar geboren. Sela.
7En de zangers, gelijk de speellieden, mitsgaders al mijn fonteinen, zullen binnen u zijn.