Voer minimaal 2 tekens in.
Ja, de vreugde is verdord,
geweken van de mensenkinderen.
Joël 1:12
geen brood op de plank
De gemeenschap met God is verstoord doordat de offers niet meer gebracht kunnen worden. Er is geen vreugde meer in de omgang met de HEERE . Ook het dagelijkse leven ligt stil. Alle werk waardoor er ‘brood op de plank komt’, wordt bij de handen afgebroken. De vreugde in het dagelijks werk is verdwenen. Heel het leven is zonder blijdschap. Het voedsel raakt op. Wijn is er niet meer. Wat opgebouwd is, is weg en de toekomst is zwart als de nacht. Joël schetst het leven in één zin: ‘Ja, de vreugde is verdord’, net als de bomen en de planten en het gewas op het veld. Er ligt een rouwsluier over het leven. En vooral over het geloofsleven. Want is niet juist dat waarom getreurd wordt de inhoud van Gods verbondszegen uit Deuteronomium 7 vers 13 ‘Hij zal (…) zegenen (...) uw koren, uw nieuwe wijn en uw olie(…)’?
Zien wij een verband tussen voorspoed en tegenslag en Gods leiding in ons leven?