4 mei 2019

Dodenherdenking
Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE . Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
Jeremia 29:11
Gedachten van vrede voor een ontrouw volk
In het 29e hoofdstuk treffen we aantal briefwisselingen aan. In het eerste deel gaat het over een brief van Jeremia waarin hij de ballingen die al naar Babel zijn gevoerd pastorale adviezen geeft. Ze moeten en mogen hun leven zoveel mogelijk op dezelfde manier vormgeven als in Israël: huizen bouwen, trouwen en een gezin stichten. Ook moeten ze het welzijn voor Babylon zoeken, want als er welzijn heerst in die stad, zullen zij ook welzijn ervaren. Zeventig jaar zullen ze er verblijven, maar dan zullen ze terugkeren naar Jeruzalem. Want de HEERE koestert gedachten van vrede en niet van kwaad. Dit is een diep en groot wonder. Wat een verschrikkelijk ernstige en lange zondeweg is dit volk gegaan, genoeg om voor altijd verstoten te worden. Maar de HEERE blijft trouw aan Zijn verbond. Hij straft, maar naar onze zonden niet. Er zal een nieuwe toekomst zijn. Hier gloort de toekomst van Davids grote Zoon. In Hem krijgen de gedachte van de vrede van de HEERE hun diepste spits.
Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2019/