31 mei 2019

Hij sprak vriendelijk met hem en stelde zijn zetel boven de zetel van de koningen die met hem in Babel waren. Jojachin legde zijn gevangeniskleren af en gebruikte steeds de maaltijd bij hem, al de dagen van zijn leven.
Jeremia 52:32-33
Een wezenlijke toegift
Jeremia eindigt het 51e hoofdstuk met de woorden: ‘Tot zover de woorden van Jeremia.’ En dan gaat hij toch nog even verder. In dit hoofdstuk staan geen profetieën meer. Het is gedetailleerde geschiedschrijving. Stap voor stap wordt de geschiedenis beschreven van het begin van het koningschap van Zedekia tot aan de voltrekking van het oordeel. Uit deze terugblik blijkt dat alles uitgekomen is, zoals Jeremia geprofeteerd heeft. Hij was dus een ware Godsgezant. Maar er is nog iets. De laatste verzen laten zien dat koning Evil-Merodach, de zoon van Nebukadrezar, koning Jojachin uit de gevangenis haalt en hem dagelijks aan zijn tafel nodigt. En dat is een teken van hoop. Het einde van de ballingschap is niet meer heel ver weg. En in zijn persoon vervult de HEERE de instandhouding van Davids koningsgeslacht, via Sealthiël naar Zerubbabel, de voorvader van Jezus Christus.
Gods plannen falen niet.
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2019/