Gods barmhartigheid Aan het slot van zijn gebed doet Salomo een beroep op Gods barmhartigheid. God heeft Zijn barmhartigheid vroeger aan Zijn volk bewezen. Nu bidt Salomo krachtig en indringend of God Zijn ogen en oren open wil houden voor het gebed van Zijn volk. Dat God uit de tempelplaats dan Zijn barmhartigheid toont. Wij leggen barmhartigheid uit doordat we onze hand over ons hart strijken. Maar Gods barmhartigheid heeft niets met ons medelijden te maken, het gaat bij Hem over Zijn trouw. Barmhartigheid drukt Gods trouw uit in Zijn relatie met de gelovige, met ons. Door het geloof bestaat er een relatie, een verbondenheid tussen ons en de Heere. En om nu die relatie met Hem te onderhouden is elke dag een vaste gebedsplaats belangrijk. Een plaats waar we de stilte opzoeken om een moment tot God te spreken en Zijn trouw te aanbidden. Spreuk op een zonnewijzer: ‘Ons aller Zon is Gods aangezicht.’