Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardig is, bedenk dat. Filippenzen 4:8
Bewaar je gedachten Gisteren lazen we dat de vrede van God een bewaker is voor onze harten en gedachten. Vandaag gaat het erom dat wij die bewaker niet moeten tegenwerken. We moeten ook zelf gericht blijven op wat uit die vrede voortvloeit. Paulus geeft daarvan in dit vers een hele opsomming. Waar hij aan de Thessalonicenzen ongeveer dezelfde dingen schrijft in een opwekking tot een heilige levenswandel, is het hem in de tekst uit Filippenzen te doen om onze innerlijke gerichtheid. Die twee hangen natuurlijk samen. Innerlijk en uiterlijk kunnen niet twee gescheiden werelden zijn. Elk van de woorden zou hier een aparte meditatie waard zijn. Ze worden allemaal voorafgegaan door de uitdrukkingen ‘al wat’, ‘enig’ en ‘iets’. Allemaal manieren om aan te geven dat niets uitgesloten mag worden. Het gaat om een totale toewijding van onze gedachten. De praktijk is daar nu nog ver van verwijderd, maar het is wel Gods uiteindelijke bedoeling met ons. Waar zijn wij nu vol van? Het is de smart van Gods kinderen dat zij maar niet dankbaar genoeg kunnen zijn voor alle weldaden. (Th. Manton)