Uw stevige hand David vertrouwt op God. Het gedicht begint ermee. God is groot! Duidelijk. Hij vertelt God niet dat hij het zelf allemaal zo goed heeft gedaan. Neen, hij biecht zijn zonden op. Hij verspeelde er zijn krachten mee, nu zit hij aan de grond. Loopt het verkeerd af? Neen, toch komt het goed omdat God verzekert dat zijn leven in goede handen is. David zegt: Mijn tijden zijn in Uw hand. Hij vertrouwt volledig op de HEERE . Zijn God zal hem nooit loslaten. Hij is Zijn eigendom en dus is de HEERE zijn God. Jouw leven bestaat waarschijnlijk ook uit pieken en dalen. Goede tijden en slechte tijden, zeggen de mensen dan. Hoe kom je erdoorheen, hoe houd je het vol? Door het geloof in Hem, Jezus Christus, Die jou door Zijn Geest overtuigd heeft dat Hij voor jouw zonden gestorven is en dat niets en niemand jou nog uit Zijn hand kan rukken. Jezus draagt de Zijnen op handen.