Bid en werk De vijanden weten nu dat er geen sprake meer is van een verrassingsaanval. De bouwers keren weer terug naar de muren om hun werk te hervatten. Vanaf dat moment wordt er gewerkt in twee ploegen. De ene ploeg wordt gevormd door de bouwers en de andere helft draagt wapens. De stenendragers, die ook buiten de stad moeten zijn, werken met de ene hand en dragen een werpspies in de andere hand. De bouwers, die beide handen nodig hebben voor hun werk, hebben een zwaard aan hun zij. Zo werd er doorgewerkt. De leiders stelden zich achter de werkers op. Er werd permanent gewaakt. Die waakzaamheid bleek ook hieruit, dat Nehemia en al de zijnen hun kleren niet uittrokken en altijd hun werpspies en waterkruik bij zich droegen. En mocht er toch een aanval komen, dan zal hoorngeschal klinken om zich op de plaats van de aanval te verzamelen: ‘Onze God zal voor ons strijden.’ Een echte leider weet wat er onder het volk leeft.