Geen kerkpolitiek Paulus vertelt nog van Petrus die opnieuw de wet hield. Het gaat hier bij het woord ‘wet’ om de mondelinge Joodse wet waarin het Joden verboden wordt te eten met heidenen. Petrus had deze wet eerder losgelaten (Hand. 10 en 11). Hij moest, net als Paulus, in de gemeente van Jeruzalem zijn houding verdedigen. Hoewel de apostelen ook Petrus’ handelwijze goedkeurden, werd toch in de gemeente van Jeruzalem ruimte gelaten voor de opvatting dat ook heiden-christenen de wetten van Mozes dienden te houden. De gemeente bestond daarom uit eerste- en tweederangs gelovigen. Jakobus, de broer van de Heere Jezus, is de leider van deze thuisgemeente van Petrus. Petrus schippert daarom met zijn gedrag als er in Antiochië bezoek komt en neemt afstand van de heiden-christenen. Paulus noemt dat publiekelijk ‘huichelarij’. Er zijn geen twee soorten gelovigen in de gemeente. Er mag geen kerkpolitiek bedreven worden met het Evangelie. Kijkt u neer op een gemeentelid dat zich niet altijd aan de traditie houdt?