Gods goede hand De familiehoofden hebben Ezra kennelijk snel hun vertrouwen gegeven. Ze hoeven niet te stemmen. Na een lijst van reisgenoten gaat het verhaal verder als een soort dagboekverslag van Ezra. Hij vertelt over zijn eerste logistieke maatregelen. Bij Ahava verzamelen ze zich. Bij inspectie blijkt echter dat er geen Levieten zich hebben aangemeld. Voor Ezra een pijnlijk punt want Levieten waren meestal de helpers om de mensen de Thora van Mozes uit te leggen. Ezra vreest een groot tekort aan schoolmeesters. Maar na enig actie meldt zich een goede broeder met zijn familie, zonen en broers. Maar liefst achttien mannen. En nog een familielid met twintig mannen. Voor Ezra genoeg en een bevestiging van zijn roeping. In zijn dagverslag schrijft hij: ‘De goede hand van onze God was over ons.’ In die paar woorden proef je veel geloof. Als je dat mag geloven, kun je gerust zijn. Er gaat Iemand voor je uit! Heer, verlaat niet wat uw hand begon. (Ps. 138:3, oude berijming)