Treffende opstelling De opstelling vindt plaats op aanwijzing van de HEERE. Kijk eens goed rond. We staan met onze rug naar de ingang van ‘de tent van ontmoeting’. Daar is het oosten, de richting waar de zon opgaat. We zien over de tenten van Mozes en Aäron heen de stam van Juda. De gezegende onder de broeders neemt de ereplaats in. Wij weten waarom! Aan beide kanten zien we de twee broers van Juda: Issaschar en Zebulon. We draaien met de klok mee. Daar ontwaren we Ruben, de oudste. Weliswaar gepasseerd, maar niet weggeschoven. Vervolgens zien we de stammen van Rachel. Let op Gods verkiezend handelen: de kinderen van Jozef gaan voor oom Benjamin; en de oudste (Manasse) komt op de tweede plaats. Kijk verder zelf maar rond. In het midden staat de ontmoetingstent. Het heiligdom waarin God te midden van Zijn volk woont. Hij is de Levensbron. Vanuit de tent maakt Hij Zijn heilzame wil bekend. We zien het voor ons en zeggen in verwondering: ‘met ons God’. Immanuël …! Toekomstmuziek. Zie, de tent van God is bij de mensen … ‘Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons ‘getabernakeld’.’ (Joh. 1:14)