24 september 2020

Nu dan, laat toch de kracht van de Heere groot worden, zoals U gesproken hebt …
Numeri 14:17
Het pleidooi van een middelaar
De HEERE grijpt in. Het volk heeft voor Hem afgedaan. Hij richt Zich tot Mozes met twee vragen die met ‘Hoe lang nog?’ beginnen. De grens is bereikt. Alleen het nageslacht van Mozes zal intocht houden. Dan voert Mozes een hartstochtelijk pleidooi voor het schuldige volk: ‘Het zal de ronde doen dat uittocht en doortocht tot Uw mogelijkheden behoorden, maar de intocht niet. En dat U hen daarom in de woestijn hebt afgeslacht.’ Met andere woorden: ‘De eer van Uw Naam is in het geding!’ Dan legt Mozes de vinger bij Gods geduld, Zijn verbondstrouw en Zijn bereidheid om de zonden van de mensen te vergeven. ‘HEERE, vergeef toch!’ En dan lezen we van het wonder van de vergeving. Om stil van te worden … Er is echter een ‘maar’. De overtreders mogen het land Kanaän niet in. Alleen Kaleb (en Jozua) en ´de kleine kinderen´. Bij Mozes’ gebed … denk ik nu aan Jezus, de Middelaar. ´De zonden van velen gedragen en voor overtreders gebeden ...´ (Jes. 53:12). Van Zijn pleidooi moet ik het hebben.
Wat zegt u of wat zeg jij van Hem?
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2020/