Hoe bidden we? Paulus sprak al eerder over het gebed in vers 1. Hij komt erop terug. Je kunt de nadruk leggen op de gebedshouding: opheffing van heilige handen, zoals we lezen we in Psalm 28 en Jesaja 28. Ik zou er geen wettisch voorschrift van maken. In Handelingen 20 knielt Paulus. Het gaat hier om wat er bij ons in onze gedachten, in ons gevoel kan zitten. Het gaat om die heilige handen, die verbonden zijn met geloof in Christus. Het kan je vandaag overkomen, zoals Zacharias in de tempel, dat er ongeloof zit, dat je niet vertrouwt op de belofte van God. Nog erger, dat je je vrouw of je man hebt bedrogen en dat er harde woorden zijn gevallen. Dan heb je een zondig en vuil hart, en smerige handen voor God. Waar blijkt dan de liefde voor God? Verzoen je met elkaar. Hoe komt het dat bidden tot God ogenschijnlijk gemakkelijker gaat dan het verzoeningsgesprek met je medemens aangaan?