De gulden regel 'Doet u hun ook zo.' Dat is de samenvatting van het onderwijs over de Wet en de Profeten. Zoals ik zelf behandeld wil worden, moet ik ook anderen tegemoet treden. Je geeft je zoon toch geen steen als hij om brood vraagt en als hij om een vis vraagt, geef je hem toch geen slang? 'Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo. Want dat is de Wet en de Profeten.' 'Bid' wijst op ootmoed en 'klop' duidt op volharding. Dat zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn voor degenen die God liefhebben met heel hun hart, heel hun ziel en heel hun verstand en de naaste als zichzelf. Wat zou de praktijk in de omgang met elkaar toch anders zijn, als we ons houden aan wat de Heere gebiedt! Staan we niet te veel op onze rechten? Vind je de genoemde zaken vanzelfsprekend of niet?