In de naam van Jezus Paulus spreekt tot christenen, die moeten leven en werken in een niet-christelijke samenleving. Het gaat in dit bijbelgedeelte om de houding van de christen. Het gaat vooral om Christus Die Zich vernederd heeft en daarna door God verhoogd is. Paulus geeft aan dat Christus de gestalte van een slaaf aangenomen heeft. Hij is ons in alles gelijk geworden, maar zonder zonde. Op een bijzondere manier schrijft Paulus over de Zoon van God, Die Zich zo diep voor ons vernederd heeft. In plaats van te heersen, was Hij de slaaf Die gehoorzaamde. Hij deinsde voor het allerergste niet terug: om te sterven aan het kruis. Daardoor kunnen de nederigen door genade verhoogd worden. 'Laat de een de ander uitnemender achten dan zichzelf.' Wat betekent dat in de praktijk?