Amen, Halleluja! De beschrijving van de val van Babylon eindigt met aanbidding van God. Vier maal klinkt het psalmwoord: 'Halleluja', 'Loof de Heere'. Drie groepen klaagden over Babylons val, nu zijn het drie groepen die de Heere loven. Een grote menigte in de hemel looft God om Zijn rechtvaardig oordeel van de hoer en om de wraak voor Zijn vermoorde dienstknechten. En nogmaals roept de hemelse menigte: 'Halleluja!' Want Babylon is voorgoed vernietigd. De vierentwintig ouderlingen en de vier dieren stemmen ermee in en aanbidden God. Zij worden hier voor het laatst genoemd. Alle zegels zijn geopend, op alle bazuinen is geblazen, alle schalen zijn uitgegoten, de hoer is geoordeeld. God moet ontvangen lof en aanbidding, want Hij zit op de troon. Ten slotte worden alle christenen opgeroepen om God te loven. Er is een enorm geluid van een grote menigte, die het 'Halleluja' overneemt. Want de Heere, de almachtige God, heeft Zijn koningschap gemanifesteerd. 'Zijn Naam moet eeuwig' eer ontvangen.' (Psalm 72:12, berijmd)