Voer minimaal 2 tekens in.
Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israƫlieten.
Openbaring 21:12
De stad van God
De stad van God is veilig, groot en schitterend. De hoge muur en de twaalf engelen wijzen daarop. Er is toegang door twaalf poorten. Van alle kanten kan Gods volk naar binnen. Uit de twaalf stammen van Israƫl en uit de volken die bereikt zijn met het Evangelie. De namen van de stammen en van de apostelen geven dat aan. De stad is enorm groot. Ruimte voor ontelbaar velen! Zeker is het beeldtaal, maar de afmetingen zeggen ook wat. Omgerekend is het een stad van 2220 kilometer lang, breed en hoog! De gelijke afmetingen wijzen op volmaaktheid. Het hoeft geen kubus te zijn. Als we ons de stad voorstellen als gelegen op een berg waarvan de top reikt in de hemel, dan kunnen we bij de hoogte denken aan het hoogteverschil tussen het laagste punt en de top. De stad loopt langs de berghellingen naar beneden. Overal Gods heerlijkheid weerspiegelend.
'Zijn grondslag, zijn onwrikb're vastigheden / heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd.' (Psalm 87:1, berijmd)