3 augustus 2021

Want Hij zal aan de rechterhand van de arme staan om te verlossen van hen die zijn ziel veroordelen.
Psalm 109:31
Recht doen
Wat een geweldig begin: 'O God van mijn lofzang.' Het correspondeert met het einde: 'Ik zal de HEERE loven.' Maar tussen het begin en het einde van deze psalm lijkt het wel alsof David het zingen en loven vergaat. Hij krijgt rake klappen. Hij moet incasseren. De grofste verwensingen krijgt hij naar zijn hoofd geslingerd. Geconfronteerd met leugen en bedrog. Kwaad voor goed, haat voor liefde. Hij reageert niet op hen, hij legt zijn zaak en leven in Gods handen, God zal recht doen. Het komt tot een rechtszaak, een uitspraak volgt, een eerlijk en rechtvaardig vonnis. Het einde van het gedicht is daarover duidelijk: een mond vol lof omdat de Heere de dingen eens rechtzet. Alle grootspraak verstomt, God straft elk onrecht. De rechtvaardige Rechter laat het kwaad en de zonde niet ongestraft. De Heere maakt eens een einde aan alle onrecht en Hij zet alles recht. Gods recht zegeviert.
Niets komt de mens meer toe dan het loon voor zijn zonde. (Charles Spurgeon)
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2021/