Hallel Deze psalm begint met 'Halleluja!' Het lijkt een voorbode van het Hallel, de psalmen 113-118. In Jezus' levensgeschiedenis kom je dit Hallel ook tegen, toen de Heere vóór Zijn sterven nog één keer het Pascha met Zijn discipelen at. God danken en prijzen, van heler harte! Waar gebeurt het? In de kring van de oprechten, van de gemeente, zegt de psalmist. Zijn gemeente looft graag! 'Wie roemen wil', schrijft Paulus, 'laat die dan in de Heere roemen.' Gods heerlijke daden en Zijn gerechtigheid maken de monden en de tongen los voor het 'Halleluja'. Lof voor God! De Heere zorgt voor de Zijnen, lichamelijk en geestelijk. Er is de verbondssluiting met Israël, de verlossing. Samengevat maakt de Heere Zijn heilige Naam voluit waar. Hij is volledig te vertrouwen. Je bent kinderlijk wijs wanneer je helemaal op de Vader van de Heere Jezus vertrouwt en de wil van je hemelse Vader doet. De duivel maakte monddood, God maakt spraakzaam.