Leefruimte Goed gestemde zangers, ze hebben er zin in. Hemelhoge lof. Het lied begint en eindigt er mee: 'Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.' Tussen begin en eind is Gods goedheid en trouw veel keren geroemd. Geweldige levenservaringen. Onvergetelijke uitreddingen. 'Ik had de dood voor ogen en ben uitgered. Ik kreeg leefruimte. Het was stikbenauwd', luidt het, 'ik snakte naar adem en riep de HEERE aan.' Geen vergeefse moeite. Letterlijk antwoordde de Heere in ruimte, in lucht en leefruimte. Vanuit een opgesloten engte ineens in een weidse ruimte. Bij de dichter zijn hart en mond vol van de Heere als enige Toevlucht. Haalt de Heere Jezus je bij de dood weg, geeft Hij je het eeuwige leven, dan geeft Hij je ook de lofzang. Vervuld met de Geest zing je uit volle borst: 'Loof de HEERE, want Hij is goed.' God loven voor leefruimte. 'Heere, open mijn lippen; dan zal mijn mond Uw lof verkondigen.' (Ps. 51:17)