Een hulpbehoevende vraag De pelgrims lopen, een wandeltocht vol bange gedachten. Een reis met mitsen en maren. Om werkelijk tegenop te zien. De pelgrim peinst. Rondom Jeruzalem zijn bergen, de wandelroute erheen is daarom zwaar. Rovers en roofdieren bedreigen een behouden reis, het slopende klimaat is moordend, het reisdoel heilig en wie kan de berg opklimmend naderen tot de heilige God? In de vertaling van NBG-1951 klinkt dit vers als een hartenkreet, een prangende vraag: 'Vanwaar zal mijn hulp komen?' Daarop volgt een afdoend antwoord, één antwoord slechts: 'Mijn hulp is van de HEERE.' Een andere Helper bestaat niet! De Heere beveiligt Zijn Israël. Hij is aan de rechterhand, waar de bescherming het hardst nodig is, aan die kant ligt het in de strijd open. Zon en maan zijn gevaarlijk, maar de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft, zorgt. Deur uit en in, stad uit en in, geboren en gestorven: 'Ik bewaar je altijd.' Je Reisverzekeraar. Een behouden aankomst gaat nooit zonder de betrouwbare Gids.