Taken en traktement 'Dien de HEERE met blijdschap' (Ps. 100:2). Lees dan ook eens dit lange hoofdstuk met belangstelling! Het gaat over de grenzen tussen niet-Levieten, Levieten en priesters. God geeft ieder zijn taak. De bedoeling van deze ordening is erover te waken dat Gods toorn niet over het volk komt. Grensoverschrijding mag niet plaatsvinden. Het moet ons treffen dat over het werk van Aäron en zijn zonen gesproken wordt als 'een geschenk' (vs. 7). Vanaf vers 8 gaat het over datgene wat de priesters krijgen van de offers die het volk aan God geeft. We zien hier Gods zorg voor Zijn dienstknechten. Zij mogen in de offers delen in het welbehagen van God. Hun hele bestaan wordt door de Heere veilig gesteld. En Israël moet weten dat Hij de eigenaar van het land is. Hij deelt aan allen uit wat goed is. Hier: negen tienden, één tiende en daarvan ook weer één tiende. Bij de Heere komt geen mens tekort en leren we arbeid als geschenk zien!