Voer minimaal 2 tekens in.
Eerste Kerstdag
Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.
Mattheüs 2:10
Blijdschap
De wijzen zijn buitengewoon blij. Mattheüs gebruikt klassieke bijbeltaal om hun diepe vreugde te beschrijven: 'Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.' Wat opvalt, is dat deze vreugde zich meester maakt van de reizigers nog voordat zij oog in oog hebben gestaan met het Kind. Wat is de reden van hun grote blijdschap? Zijn de wijzen blij dat hun reis er eindelijk op zit? Of zijn ze blij dat ze straks de pasgeboren Koning van de Joden zullen ontmoeten? Mattheüs laat het in het midden. Misschien wel bewust. Het roept bij ons wel de vraag wakker: 'Waar word ik echt blij van? Hoe zou ik de vreugde van het kerstfeest onder woorden brengen? Is Hij het einde van mijn zoektocht? Of is de ontmoeting met Hem het begin van iets moois?'
Wat is de reden van hun blijdschap?