Dan zullen zij tot de HEERE roepen, maar Hij zal hun niet antwoorden. In die tijd zal Hij Zijn aangezicht voor hen verbergen, omdat zij kwaad gedaan hebben. Micha 3:4
De HEERE antwoordt hun niet Micha richt zich hier tot de leiders en de valse profeten van Jakob of Israël. Dat zijn namen voor Juda na de wegvoering van het noordelijke rijk. De leiders van Juda zouden moeten weten wat recht is. Maar ze benen het volk uit voor eigen gewin en sparen het geheel niet. De mensen lijden eronder. De dag komt echter dat de leiders in hun nood de HEERE zullen aanroepen, maar dat Hij hun niet zal antwoorden. De valse profeten antwoordt Hij evenmin. Ze misleiden het volk doordat ze vrede verkondigen aan wie hun betalen, maar de oorlog verklaren aan wie dat niet doen. De nacht zal vallen waarin hun visioenen en hun waarzeggerij hen in de steek laten. Dan zal hun bedriegerij uitkomen, want er komt geen antwoord van God. Wie antwoordt Hij wel? Allen die zich bekeren! ‘Dan zult u roepen en de HEERE zal antwoorden’ (Jes. 58:9). ‘Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft.’ (Psalm 85:3, berijmd)