Voer minimaal 2 tekens in.
Op mijn bed zocht ik in de nachten Hem Die ik innig liefheb. Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet. Ik dacht: Laat ik toch opstaan en in de stad rondtrekken, door de straten en over de pleinen, Hem zoeken, Die ik innig liefheb. Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet.
Hooglied 3:1-2
Kwijt
De bruid is haar Verloofde kwijt. En ze heeft het niet meer: ‘Ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet.’ De afstand waarvoor gewaarschuwd werd in het tweede hoofdstuk, blijkt er nu te zijn. Hoe dat gekomen is, staat er niet. Maar ze schrikt ervan. Dat is een ramp! Wie in zijn of haar relatie gebrokenheid ervaren heeft, weet ervan. Die ervaring kunnen gelovigen ook hebben. We vinden het in de Bijbel, bijvoorbeeld bij Maria. En in de belijdenissen komt het ook ter sprake. Over Gods aangezicht lezen we: ‘De aanschouwing hiervan is voor de godvruchtigen zoeter dan het leven en de verberging hiervan bitterder dan de dood’ (DL H. V. 13.) Zo erg is het om God kwijt te zijn! Maar in tegenstelling tot onze relaties, laat de HEERE Zich telkens weer vinden. Hij verbergt Zich, zodat we Hem gaan missen én zoeken. Want Hij laat Zich zo graag vinden.
Teleurstellingen moeten ons niet van een Godvruchtig streven afhouden; houd vol in geloof (…) en de vertroosting, die komt na lang wachten in het gebruik der middelen, zal ten laatste zoveel lieflijker zijn. (Matthew Henry)