En Ik ben niet meer in de wereld, maar dezen zijn in de wereld, en Ik kom naar U toe. Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij. Johannes 17:11
Het gebed voor de discipelen Vervolgens spreekt Jezus in Zijn gebed over Zijn leerlingen. Die zijn Hem door Zijn Vader gegeven en Hij heeft ze bewaard in de Naam van Zijn Vader. Indringend vraagt Hij Zijn Vader om ze te bewaren, opdat zij één zullen zijn zoals de Vader en de Zoon één zijn. Hier zien we ook waarom Jezus hardop bidt: de discipelen horen Hem deze woorden zeggen en zullen daardoor bemoedigd worden, en meer en meer de blijdschap die zij hadden toen Jezus bij hen was, bij zich dragen ook als Hij niet meer bij hen is. Indrukwekkend is ook hoe indringend Jezus aan Zijn Vader vraagt om ze te bewaren tijdens hun opdracht in deze wereld. ‘Bewaar ze van de boze en heilig ze in Uw waarheid, zoals Ik Mezelf heilig voor hen.’ Dit gebed is heftig beproefd in het leven van de discipelen, maar daardoor steeds vaster hun geestelijk eigendom geworden. Het innige gebed van geloof, hardop uitgesproken, zal vrucht dragen.