De zakenman in zijn tijd Een maand lang Amos, de niet onbemiddelde gespikkelde-schapenfokker en houthandelaar uit Tekoa. Zie hem als een zakenman die weet van contracten afsluiten voor wol- en houtleveranties. In Israël is de Baäldienst uitgeroeid. De diensten in Dan en Bethel worden nog wel gehouden, maar dat heeft een politieke reden. Het is duidelijk dat de HEERE de ommekeer in Israël heeft beantwoord met Zijn terugkeer, Zijn zegen. Het gaat zeer goed. De welvaart is tot ongekende hoogten gestegen. Je ziet het aan alles: God is tegenwoordig, Hij is in ons midden. Er worden offers gebracht, feesten gevierd. Er is verlangen naar ‘de dag van de HEERE’. Helaas: de armen krijgen het slechter en de rijken steeds beter. Maar dat heb je altijd. Amos … soms hoort hij tijdens de nachtwacht over zijn kudde leeuwen brullen. Ontzagwekkend. Het doet hem verstarren en verstijven. Hij denkt na: de HEERE – Israël. Is het echt goed? Als rechtzinnige westerling heb ik soms een onbestemd gevoel. Christus – de gemeente. Ook ik behoor tot de gemeente … Is het goed, echt goed?