Voer minimaal 2 tekens in.
Halleluja! Mijn ziel, loof de HEERE.
Psalm 146:1
Halleluja!
Het begin van de vorige psalm: ‘Mijn God en Koning.’ Hier is het anders. Eerst ‘Halleluja’ en dan: ‘Mijn ziel, loof de HEERE.’ Bijzonder. Jezelf in het zangkoor zetten. Jezelf aansporen: Prijs God. De roeping van onze voorouders in de hof van Eden. God herschept voor hetzelfde doel: wederom de HEERE loven. De levende, de levende zal U loven, schrijft Jesaja. Wie God looft, leeft pas echt. Het is dus absoluut en ‘levenslang’. Luister maar gespitst, leg Psalm 104 erbij: ik zal de HEERE loven in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen zolang ik er nog ben. God legt Zijn Naam in het hart; die weegt zwaar, met hartenlust daarvan zingen. Je moet en zal van God gewagen wanneer jij je kostbare genadetijd nauwkeurig weegt. Dure genadetijd besteed je optimaal. De tijd dringt, nu ik er nog ben, geen tijd te verliezen: ‘Ik zal zingen van mijn Heiland.’
Er is meer genade in Hem dan er zonden zijn in ons. (Richard Sibbes)