Wonen en wonen is twee De ellende begint al snel voor Lot. Er barst een strijd los tussen allerlei koningen. Lot wordt weggevoerd. Een vluchteling vertelt het aan Abram, die ‘woonde’ bij de eiken van de Amoriet Mamre. Opvallend dat bij Abram een ander Hebreeuws woord voor ‘wonen’ gebruikt wordt dan bij Lot, die ‘woonde’ in Sodom. Abrams wonen is voorlopig, want hij is in deze wereld van oorlogsgeweld niet thuis. Het ene wonen is het andere niet. Hij verwacht de stad die fundamenten heeft (Hebr. 11:10). Dit hoofdstuk begint met de uitdrukking: ‘Het geschiedde in de dagen van …’. Diezelfde uitdrukking lezen we in Lukas 2:1. Toen kwam Hij Die het fundament voor die stad gelegd heeft. Hoe woon jij in deze wereld; als Lot of als Abram? Abram komt Lot te hulp. Zo wil de HEERE in Christus nog steeds mensen redden uit de ellende waarin ze zichzelf gebracht hebben. Wij moeten bidden terwijl wij op aarde zijn om hetgeen wij in de hemel verwachten. (Thomas Manton)