Voer minimaal 2 tekens in.
Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: zo talrijk zal uw nageslacht zijn.
Genesis 15:5
Nooit uitgeteld
Als we op een heldere avond naar de hemel kijken, zien we veel sterren, maar we kunnen ze nog wel tellen. Wie weleens op een verlaten plaats, ver van de stad, omhooggekeken heeft, ziet hoeveel sterren er werkelijk aan de hemel staan. Ondoenlijk om ze te tellen. In Abrams tijd was er nog geen strooilicht dat het licht van de sterren verhulde. Het aantal sterren dat hij zag was enorm. Zo zal uw nageslacht zijn, zegt de HEERE. Zo talrijk? Hij heeft er nog niet één en hij en Sarai zijn te oud om kinderen te krijgen. ‘Wees niet bevreesd’, zegt de HEERE. Ook die woorden horen we terug in Lukas 2. Grote blijdschap is er voor Abram, voor de herders en voor ieder die Gods belofte gelooft en eruit leeft. En dat dankzij de grote Nakomeling van Abraham in Wie al Gods beloften ja en amen zijn.
Een kind van God heeft alle grond om zich te verheugen en heeft nooit gebrek aan redenen om Gods lof te bezingen. (Octavius Winslow)