Voer minimaal 2 tekens in.
Elia nam twaalf stenen, overeenkomstig het getal van de stammen van de zonen van Jakob, tot wie het woord van de HEERE was gekomen: Israël zal uw naam zijn.
1 Koningen 18:31
Twaalf stammen, twaalf stenen
Na de bloeiperiode onder koning David en koning Salomo, voltrok zich in Israël een tragische breuk. De zoon van Salomo had wel het rijk, maar niet de wijsheid van zijn vader geërfd. Israël werd opgesplitst: tien stammen in het noorden, twee in het zuiden. De profeet Elia werkt in het noordelijke rijk, bij de tien stammen dus. Maar tijdens dit beslissende moment op de Karmel komt heel Israël in zicht. Elia beschouwt de scheur die door het volk van God loopt niet als een voldongen feit. Hij laat een altaar bouwen van twaalf stenen. Iedere steen staat symbool voor een van de stammen van het oorspronkelijke Israël. Zo laat Elia zien dat de HEERE niet gebonden is aan door mensen getrokken grenslijnen. Op een heel andere manier lopen er vandaag allerlei breuken en barsten door het kerkelijk leven. Hoe gaan wij daarmee om, wat zouden wij van Elia kunnen leren?
Elia beschouwt de scheur die door het volk van God loopt niet als een voldongen feit.