Danken in geloof, liefde en hoop Paulus dankt God omdat Thessalonica een levende gemeente is. God is goed voor hen. Hem komt de dank en de eer toe, omdat Hij de gemeente in het levende geloof onderhoudt en voedt door Zijn Woord en Geest. Paulus dankt God ‘altijd’. Hij heeft niet één dag dankdag, maar elke dag is voor hem dankdag. Ik denk dat wij hier veel van kunnen leren. Vaak zijn wij met ons danken snel klaar. God geregeld danken voor ouders, vrouw, man, kinderen, werk, eten en drinken, Hem danken voor alles. Ook als het tegenzit, toch danken en bidden door geloof, liefde en hoop, die zich verbinden met werk, inspanning en volharding. Werkzaam geloof zit nooit stil. Het werkt door de liefde en liefde spant zich in tot alles. Liefde leeft bij de hoop in verdraagzaamheid, de volharding van de hoop. Leven deze drie ook bij ons? Dan kunnen we God altijd danken! Uit de zelf-zucht tot zelf-tucht.