En Ik zal de sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen. Als hij opendoet, zal niemand sluiten. Als hij sluit, zal niemand opendoen. Jesaja 22:22
De sleuteldrager Gisteren lazen we over het levenseinde van Sebna. In zijn plaats komt Eljakim. Zijn naam betekent: ‘God richt op.’ Zijn sleutelpositie als hofmaarschalk is zichtbaar. God zal de sleutel van het huis van David op zijn schouders leggen. Een hofmaarschalk droeg als teken van waardigheid een houten sleutel op de rechterschouder. Hij beschikte over de toegang tot het paleis. Hij besliste wie bij de koning op audiëntie mocht komen. In het bijbelboek Openbaring staat van de Heere Jezus dat Hij de sleutel Davids draagt. Als Hij opent, sluit niemand, en als Hij sluit opent niemand. De HEERE alleen heeft de macht om het Koninkrijk der hemelen te openen en mensen toe te laten. Die macht zal niemand op aarde Hem ooit kunnen afnemen. Alleen door Hem kunnen wij het Koninkrijk van God binnengaan. Jezus zegt: ‘Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden.’ ‘Dit is, dit is de poort des HEEREN; daar zal ’t rechtvaardig volk door treên …’ (Psalm 118:10, berijmd)