De balans opgemaakt Op de laatste dag van het jaar klinkt de roep: ‘Wee Ariël.’ Ariël betekent ‘leeuw van God’, ‘vuurhaard’ of ‘brandofferaltaar’. De profetie heeft betrekking op Jeruzalem, waar in de tempel de dienst van verzoening plaatsvond. De balans wordt opgemaakt. Hoe worden de offers gebracht en de jaarlijkse feesten gevierd? Zijn het enkel rituelen of is het een dienst tot eer van God? Wat antwoorden wij hierop? Rijgen we de feestdagen aanéén met allerlei rituelen of strekt ons hart zich werkelijk uit naar de levende God? Vanwege de ontheiliging van de offerdienst wordt Jeruzalem een vuurhaard. De tempel wordt verwoest. De zonde roept om de Verlosser. De Leeuw uit Juda’s stam is gekomen en werd het Lam dat de zonde van de wereld op Zich nam. Hij heeft alles volbracht! Allen die schuilen achter het bloed van Hem zijn geborgen voor tijd en eeuwigheid. Ondanks een schuldig verleden een stralende toekomst! Niets kan een aanklacht indienen of pleiten tegen de zondaar die Christus als zijn Voorspraak laat optreden. (Hugo Binning)