Danken voor het goede In de tijd waarin Paulus leefde was het heel gebruikelijk om een brief te beginnen met een aantal complimenten aan het adres van de ontvanger. Dat brengt de lezer immers in een positieve stemming waardoor hij meer openstaat voor de boodschap van de schrijver. Paulus sluit zich bij die gewoontse aan, maar geeft er een eigen invulling aan. Hij geeft de christenen in Kolosse namelijk geen complimenten, maar laat hun weten dat hij God dankt voor hun geloof in Christus, hun liefde voor de heiligen en hun hoop op Gods toekomst. Dit leven in geloof, liefde en hoop is geen prestatie van de Kolossenzen, maar een genadegave van God. Augustinus heeft dat eens treffend verwoord: bona nostra, dona Dei, het goede van ons is gave van God. Denk eens na over de kerk waar je bij hoort. Waar zou je de God en Vader van onze Heere Jezus Christus voor kunnen danken? Het goede van ons is gave van God. (Aurelius Augustinus)