Weg met die oude jas! Paulus zegt: als je op Boven, op Jezus Christus gericht bent, dan is dat een manier van leven waar bepaalde kleding voor nodig is. De jas van de oude mens moet worden uitgedaan, en de jas van de nieuwe mens moet worden aangetrokken. Bij die oude jas horen begeerte (vs. 5), agressie (vs. 8) en leugenachtigheid (vs. 9). Paulus zegt: die jas heeft u uitgedaan en u bent bekleed met de nieuwe mens. Vaak is de levenspraktijk echter weerbarstig. Paulus weet dat er een strijd is en blijft tussen de oude en de nieuwe mens. Dat je in de vaart van het leven meegenomen kunt worden door begeerte, of dingen zegt die je niet had moeten zeggen. Dat is en blijft een gevecht. Maar dat is het dan ook, een strijd. De zonde is niet langer een jas die je eigenlijk wel prima zit. ‘Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af!’ (Gezang 221:2a, Liedboek voor de kerken)