Een hevig misverstand Aan de overkant van de Jordaan bouwen de drie stammen een groot altaar dat voor iedereen te zien is. Er ontstaat grote onrust in Israël. Er wordt een delegatie naar de drie stammen gestuurd. Heftig zijn de beschuldigingen: u scheurt u af van het centrale altaar en u weigert met het volk Israël in gezamenlijkheid de Heere te dienen. Dit zal de toorn oproepen van de Heere tegen ons allen. Maar de drie stammen beroepen zich met grote ernst op de Heere. Hij weet wat de reden is van dit altaar. Mogelijk zeggen uw kinderen morgen tegen onze kinderen dat zij niet bij het volk van de Heere horen, omdat de Jordaan de grens vormt van Israël. Wij hebben dit altaar gebouwd niet om te offeren, maar als een getuige voor de nieuwe generaties dat wij samen het volk van God zijn. Dit antwoord keuren de afgevaardigden van Israël goed, en samen met de leiders van de drie stammen rapporteren ze dit in Silo aan het hele volk: ‘En allen waren verblijd en loofden God.’ Onverhoord oordelen is een gruwel in Gods ogen.