Voer minimaal 2 tekens in.
En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.
Markus 9:23
Geloof noodzakelijk
Teruggekeerd van de berg van de verheerlijking wordt Jezus geconfronteerd met zoveel ongeloof, dat Hij verzucht: ‘O ongelovig geslacht.’ Zijn discipelen konden een geest niet uitdrijven uit een jongen. Ze konden zonder Jezus niets doen. Maar schriftgeleerden zagen hun kans schoon om hen daarop aan te vallen en de menigte verzamelde zich sensatiebelust daaromheen. De mensen schrikken als Jezus Zelf er aankomt. Er is veel ongeloof bij hen. De vader van de jongen vraagt of Jezus misschien iets kan, nu Zijn discipelen niets konden. Jezus geeft aan dat het aan Zijn macht niet zal liggen, maar aan de vraag of de man kan geloven. Daarvan is niet Jezus’ macht afhankelijk, maar wel wat de man zal ontvangen. De man gelooft in Jezus en belijdt tegelijk zijn ongeloof. ‘Heere, help mij!’ Bemoedigend dat dit in de Schrift staat! Ons geloof is niet volmaakt, maar de Heere wil ons te hulp komen.
‘Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.’ (Hebr. 11:6)